Ger Dierx

mijn eigen archief

Noodkist
  • Home
  • Geestelijke Gezondheidszorg
  • Chronische ziekten
  • Vrijwilligerswerk
  • Ouderenzorg
  • Seksualiteit
  • Presentaties

Seizoensgebonden Depressie

10 februari 2013 door Ger Dierx

Seizoensgebonden depressie

Meer dan 1,2 miljoen mensen in Nederland hebben in meer of mindere mate last van depressieve klachten tijdens het najaar, de winter en het vroege voorjaar. Bij ongeveer 450.000 van hen is sprake van een winterdepressie. Winterdepressie kan iedereen krijgen. Maar vooral vrouwen in de leeftijd van 13 tot en met 55 jaar hebben er een grotere gevoeligheid voor.

Depressieve stemmingen tijdens het najaar, de winter en het vroege voorjaar zijn voor veel mensen elk jaar een terugkerend probleem. Gelukkig is lichttherapie een doeltreffende behandeling die de meeste mensen uitkomst biedt.

Zomerdepressie

Bij een kleine minderheid van de mensen met een seizoensgebonden depressie ligt de piek van de klachten in de zomer. Er kan dan gesproken worden van een zomerdepressie. 

Bij de term seizoensgebonden depressie, denken de meeste mensen aan somberheid in de herfst en de winter. Het blijkt echter dat sommige mensen zich juist in de zomer erg beroerd voelen. In Nederland krijgt ongeveer 0,1 procent van de bevolking te maken met een zomerdepressie.

Een seizoensgebonden depressie is een ontregeling van de stemming met een jaarlijks patroon. De somberheid komt steeds terug in hetzelfde jaargetijde. De seizoensgebonden depressie komt het meest voor als het zonlicht minder wordt, dus in de herfst. Ook de donkere dagen voor kerst, zijn hier berucht voor.

Jaarlijkse zomerdip

Bij een veel kleiner deel van de bevolking is die jaarlijks terugkerende somberheid juist een probleem in de zomer. Dit probleem treft ongeveer één op de duizend mensen. Deze mensen melden soms dat ze problemen hebben met het felle licht. Ze zeggen bijvoorbeeld dat ze het gevoel hebben dat het licht door hen ‘heen snijdt’. Ze sluiten zich soms zoveel mogelijk op in een donkere kamer. Lichtere stemmingsklachten die specifiek in de zomer voorkomen, treffen ongeveer een op de driehonderd mensen. Zij hebben een jaarlijkse zomerdip.
Over de oorzaken van zomerdepressies is nog weinig bekend.

Oorzaken

In ons dagelijkse spraakgebruik hebben we het vaak over een zonnig humeur. Een andere uitdrukking is dat iemand een stemming heeft als een donderwolk. Ons taalgebruik gaat ervan uit dat een duidelijk verband bestaat tussen onze stemming en het weer. In onderzoek wordt dit verband niet duidelijk gevonden. Als de zon schijnt, is niet gelijk iedereen veel vrolijker.

Te lang licht?

Depressieve gevoelens in de zomer kunnen met verschillende dingen te maken hebben. Een mogelijkheid is dat ons dag-nachtritme ontregeld raakt doordat het zo lang licht is. De somberheid zou hier een gevolg van kunnen zijn.

Contrast met hoe het zou moeten zijn?

Een ander probleem kan zijn dat sombere gevoelens meer opvallen in de zomer. In de zomer gaan we op vakantie en dus ‘horen’ we vrolijk te zijn. Als iemand zich ondanks de zonneschijn rot voelt, beseft hij dat de somberheid niets te maken heeft met het slechte weer. Het signaal dat er wat mis is, komt duidelijker over.

Risicofactoren

Het al dan niet schijnen van de zon is meestal niet de enige factor die een rol speelt bij het ontstaan van een zomerdepressie. Het is bekend dat zaken als erfelijke aanleg, negatief denken, eenzaamheid en een slechte gezondheid de kans op depressies vergroten

Zelf iets doen

Sombere gevoelens verdwijnen soms vanzelf. Maar als ze langer dan twee weken duren, kunt u beter niet meer afwachten. U kunt op allerlei manieren zelf iets aan uw depressieve gevoelens doen. Het begint ermee dat u toegeeft dat u meer dan gewoon somber bent. Een depressie is niet iets om u voor te schamen. Praat er met uw partner, familie of vrienden over. U kunt ook actief werken aan het verminderen van uw somberheid. Bijvoorbeeld met een zelfhulpboek of een zelfhulpcursus op internet, zoals Mentaal Vitaal. Hier vindt u waardevolle tips. U kunt ook contact opnemen met de patiëntenorganisatie. Daar vindt u informatie en contact met lotgenoten. Zorg in ieder geval dat u voldoende regelmaat in uw leven houdt en voldoende in beweging blijft.

Misschien lukt het u niet zo uw somberheid te overwinnen. Ga dan naar uw huisarts en bespreek uw klachten met hem. De huisarts zal onderzoeken hoe erg uw klachten zijn. Hij bespreekt met u hoe u uw depressie het beste kunt aanpakken.

Als u depressief bent kan het moeilijk zijn zelf de stap naar hulp te zetten. Dan is het belangrijk dat u daarbij steun krijgt van uw omgeving. Want hoe langer uw somberheid duurt, hoe erger uw klachten kunnen worden. Voor uw partner, uw kinderen en vrienden kan dat zwaar zijn. Zeker als u uw dagelijkse dingen niet meer kunt doen of vaak zegt dat u liever dood bent.

Tips

  • Neem uw sombere gevoelens serieus. Denk niet: ‘Er is niks aan de hand’.
  • Besef dat uw depressie naarmate deze langer duurt niet zomaar verdwijnt.
  • Praat met uw partner, familie of vrienden over uw gevoelens.
  • Houd regelmaat in uw leven. Sta op tijd op, eet drie keer per dag en ga op tijd naar bed.
  • Zoek bij het begin van de dag een half uur het daglicht op. Dit helpt uw slaap-waakritme te handhaven.
  • Ga elke dag een stuk fietsen of wandelen. Bewegen helpt tegen depressieve gevoelens en u wordt er ‘gezond moe’ van.
  • Blijf mensen opzoeken, zelfs als u er geen zin in heeft. Maar ga liever niet naar situaties waar u verplicht vrolijk moet zijn, zoals feestjes. Daar wordt u eerder treuriger van.
  • Vraag u af of u zelf oorzaken ziet voor uw somberheid. Bent u een dierbaar iemand verloren? Heeft u iets anders erg naars meegemaakt? Als dat zo is, accepteer dan dat u hierover verdrietig bent.
  • Ga naar Mentaal Vitaal. Hier kunt u werken aan uw mentale gezondheid door bijvoorbeeld tips, oefeningen, cursussen en therapie. (www.mentaalvitaal.nl)

Geen uitweg meer zien

Mensen die erg depressief zijn denken veel aan de dood. Ze vinden het leven vaak uitzichtloos, zinloos en ellendig. Ook kunnen ze het gevoel hebben anderen alleen maar tot last te zijn. Mensen die zich zo voelen, besluiten soms een einde te maken aan hun leven. Ze willen niet dood, maar zien dit als enige oplossing om van al hun pijn en problemen af te komen. Per jaar maken zo’n 1500 mensen een einde aan hun leven. Denkt u aan zelfdoding, maakt u zich zorgen om iemand of bent u nabestaande? Neem met spoed contact op met de huisarts of de crisisdienst van een GGZ-instelling in uw buurt

 

Winterdepressie

Klachten bij winterdepressie

Stemmingsklachten tijdens de herfst, winter en vroege voorjaar kunnen worden onderverdeeld op basis van ernst. De ernstige vorm is de winterdepressie (Seasonal Affective Disorder, SAD). De mildere variant is de winterblues (Subsyndromal Seasonal Affective Disorder, S-SAD).

De voornaamste klachten van een winterdepressie zijn:

  • somberheid, neerslachtigheid
  • veel slapen, soms zelfs meer dan 14 uur per dag
  • veel eten, met name koolhydraatrijk voedsel
  • gewichtstoename
  • prikkelbaarheid
  • vermoeidheid
  • neiging zich in zichzelf terug te trekken.

De klachten dienen minimaal twee jaar achtereen in het winterseizoen te bestaan om te kunnen spreken van een winterdepressie. De verschijnselen beginnen vaak tijdens de herfst, verhevigen in de winter en verdwijnen in de loop van de lente.

Winterblues

Mensen met winterblues zijn niet ziek, maar hebben wel klachten. Deze klachten zijn hetzelfde als bij winterdepressie maar minder ernstig. Verschijnselen als somberheid, neerslachtigheid of depressie treden bij winterblues niet op.

Oorzaken

De oorzaak van de winterdepressie en winterblues wordt vooralsnog toegeschreven aan de vermindering van de hoeveelheid licht in de herfst, winter en vroege voorjaar. Hierdoor ontstaat een ontregeling van het dag-nachtritme, dat met name van invloed is op de slaap en op de stemming.

Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking is niet voldoende in staat zich aan te passen aan de veranderende hoeveelheid licht tijdens de verschillende seizoenen. Het hormoon melatonine speelt hierin waarschijnlijk een grote rol. Dit hormoon wordt ’s nachts aangemaakt. Tijdens de ochtend, onder invloed van licht, dient de aanmaak onderdrukt te worden.

Zelf iets doen

  • Praten
  • Bellen, mailen of chatten
  • Informatie zoeken
  • Cursussen
  • Hulp zoeken

De eerste stap is toegeven en accepteren dat er iets aan de hand is. Neem uw gevoelens en klachten serieus. Hieronder leest u meer over wat u zelf kunt doen.

Praten

Het is belangrijk uw problemen met anderen te delen. Praten lucht op! Door te praten over uw problemen geef u voor uzelf toe dat ze er zijn. En misschien worden uw klachten wel minder. Door hardop te denken merkt u wat voor klachten u hebt en hoe erg ze zijn. En misschien ontdekt u dat u niet de enige bent met dit probleem. Misschien kan deze persoon u steun geven. Er rust nog altijd een taboe op psychische problemen. Veel mensen durven niet over hun problemen te praten uit schaamte of uit angst ‘gek’ gevonden te worden. Die angst is meestal onterecht.
Praten, maar met wie?

Het is belangrijk iemand te kiezen bij wie u zich op uw gemak voelt. Iemand die u goed kent en die om u geeft. Dat kan een zus, broer of ouder zijn. Maar ook een goede vriendin of sportmaatje. Soms zijn problemen gemakkelijker te bespreken met iemand die u minder goed kent. Denk aan een collega, een vertrouwenspersoon of een bedrijfsarts. Het kan ook een geestelijk raadsman of –vrouw zijn.

Bellen, mailen of chatten

Voor hulp bij psychische problemen neemt u contact op met de hulpverleners van Korrelatie. U kunt voor contact

  •  Bellen naar 0900 – 1450
  • Korrelatie is bereikbaar op werkdagen van 9.00  – 18.00 uur. Bellen kost € 0,15 per minuut.
  • Mailen
    De hulpverleners van Korrelatie streven ernaar binnen vijf werkdagen uw vraag via e-mail te beantwoorden, zie www.korrelatie.nl
  • Chatten
    U kunt met de hulpverleners chatten op werkdagen van 9.00 tot 17.30 uur. Chatten is gratis. Als u klikt, opent er een nieuw scherm. U start de chatsessie met de button ‘Start chat’ rechtsonder.

Informatie zoeken

Informatie kan u helpen inzicht te krijgen in uw problemen of klachten. Over psychische problemen en psychiatrische ziekten bestaan folders, brochures, (zelfhulp) boeken, dvd’s en internetsites zoals deze.

Brochures, boeken en dvd’s kunt u bestellen in de webwinkels van Fonds Psychische Gezondheid. U kunt ook terecht bij een Informatiewinkel Geestelijke Gezondheidszorg bij u in de buurt. Daar vindt u informatie over psychische problemen, behandelingen en therapeuten. Adressen vindt u in de telefoongids of op internet.

Veel instellingen voor geestelijke gezondheidszorg organiseren informatiebijeenkomsten over psychische problemen. Sommige bijeenkomsten zijn voor mensen met een bepaald psychisch probleem, andere zijn voor partners of ouders. Ze worden vaak aangekondigd in huis-aan-huisbladen.

Cursussen en trainingen bij instellingen voor geestelijke gezondheidszorg

Elke instelling voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) geeft trainingen en cursussen voor het aanpakken van lichte psychische klachten. Kijk voor meer informatie op de website van de instelling voor geestelijke gezondheidszorginstelling bij u in de buurt

Hulp zoeken

Gaan de klachten niet over? Of worden ze erger en maakt u zich daar zorgen over? Merkt u dat u niet goed meer kunt functioneren. Dan is het verstandig om hulp te zoeken bijvoorbeeld bij de huisarts.

Algemene Tips bij depressie 

  • Neem uw sombere gevoelens serieus. Denk niet: ‘Er is niks aan de hand’.
  • Besef dat uw depressie naarmate deze langer duurt niet zomaar verdwijnt.
  • Praat met uw partner, familie of vrienden over uw gevoelens.
  • Houd regelmaat in uw leven. Sta op tijd op, eet drie keer per dag en ga op tijd naar bed.
  • Ga elke dag een stuk fietsen of wandelen. Bewegen helpt tegen depressieve gevoelens en u wordt er ‘gezond moe’ van.
  • Blijf mensen opzoeken, zelfs als u er geen zin in heeft. Maar ga liever niet naar situaties waar u verplicht vrolijk moet zijn, zoals feestjes. Daar wordt u eerder treuriger van.
  • Vraag u af of u zelf oorzaken ziet voor uw somberheid. Bent u een dierbaar iemand verloren? Heeft u iets anders erg naars meegemaakt? Als dat zo is, accepteer dan dat u hierover verdrietig bent.
  • Ga naar Mentaal Vitaal. Hier kunt u werken aan uw mentale gezondheid door bijvoorbeeld tips, oefeningen, cursussen en therapie

Behandeling

  • Lichttherapie is inmiddels een volkomen geaccepteerde behandeling van seizoensgebonden stemmingsklachten. Lichttherapie reguleert op kunstmatige wijze de natuurlijke aanmaak van melatonine en herstelt daarmee het dag-nachtritme. Het is een kuur waarbij door middel van specifiek soort sterk licht, zonder UV-straling, via de ogen het dag-nachtritme direct wordt beïnvloed.
  • Lichttherapie is bij de meeste mensen met winterdepressie en winterblues effectief en is gemakkelijk te ondergaan. Het werkt niet verslavend en is zeer veilig.

 

Lichttherapie

Wat is lichttherapie?

Lichttherapie is een behandeling waarbij u wordt blootgesteld aan intensief licht. Het licht is veel feller dan normaal kunstlicht, maar niet zo fel als op een zomerse dag buiten. Het licht komt binnen via de ogen. De hersenen gebruiken dit signaal waarschijnlijk om het dag- en nachtritme beter te regelen. In de lichte seizoenen heeft het buitenlicht dit effect. In de donkere seizoenen kan een gebrek aan daglicht leiden tot depressieve klachten bij mensen die hier gevoelig voor zijn. Lichttherapie is bij de meeste mensen met winterdepressie en winterblues effectief en is gemakkelijk te ondergaan. Het werkt niet verslavend en is zeer veilig. Lichttherapie kan daarnaast heilzaam zijn bij slaapklachten en het bestrijden van een jetlag

Behandeling

In Nederland bieden bijna alle (psychiatrische) poliklinieken en ggz-instellingen lichttherapie aan. Over het algemeen zal een behandeld arts een kuur voorschrijven van 5 tot 10 dagen, meestal tijdens de ochtend. Gedurende ½ tot 2 uur (afhankelijk van de lichtsterkte) dient de patiënt plaats te nemen achter een lichttherapie-apparaat zodat het werkzame licht in de ogen schijnt. Tijdens de behandeling kan gewoon gelezen, tv gekeken of aan de computer gewerkt worden, zolang het licht de ogen maar bereikt. Een arts kan ook kiezen voor een langere of kortere behandeltijd of een kleinere of grotere afstand tot de lamp. Dit is afhankelijk van de klachten, de gevoeligheid van de ogen en bijvoorbeeld het gelijktijdig gebruik van medicijnen.

Zelfzorg thuis

Mensen met winterblues kunnen bij vrijwel elke apotheek, thuiszorgwinkel of medische speciaalzaak een lichttherapie-apparaat aanschaffen voor thuisgebruik. Iemand met een, door een psychiater vastgestelde winterdepressie, kan vaak na een eerste poliklinische behandeling, in overleg met de arts eveneens een apparaat aanschaffen. Steeds meer ziektekostenverzekeraars vergoeden in een dergelijke situatie een apparaat voor thuisgebruik. Bovendien blijkt lichttherapie ook effectief bij ‘gewone’ depressie. Lichttherapie kan dus worden ingezet als behandeling bij winterdepressie en ‘gewone’ depressie.

Bijwerkingen

Lichttherapie heeft weinig bijwerkingen die bovendien zelden voorkomen. De belangrijkste zijn hoofdpijn, vermoeidheid, droge of juist tranende ogen en roodheid van het gezicht. Over het algemeen nemen deze klachten na enkele dagen af om daarna helemaal te verdwijnen.

Wanneer kan beter geen lichttherapie gebruikt worden?

Het is raadzaam om een oogspecialist te raadplegen voordat met lichttherapie begonnen wordt, wanneer u gelijktijdig medicijnen gebruikt of wanneer u een oogziekte heeft. Medicijnen die een verhoogde gevoeligheid geven van het oog kunnen beter niet worden gecombineerd met lichttherapie.

Mensen met een manisch-depressieve stoornis kunnen alleen gebruik maken van lichttherapie als zij zeer zorgvuldig worden geobserveerd en begeleid. Dit vanwege het risico op het ontstaan van een manische periode. Het is raadzaam bij vragen altijd de behandelend arts of huisarts te raadplegen.

 

 

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg

Zorg voor de liefde

3 februari 2013 door Ger Dierx

Patiënten hebben behoefte aan intimiteit en privacy. In veel instellingen ontbreekt daartoe de mogelijkheid.

zorg-voor-de-liefde

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg, Over seksualiteit Tags: buddyzorg, intimiteit, seksualiteit, verpleegkunde

Mantelzorgondersteuning in de palliatieve fase

27 januari 2013 door Ger Dierx

Mantelzorgondersteuning in de
palliatieve fase

ser_info304 (1)

(folder van MEZZO)

Categorie: Chronische ziekten, Ouderenzorg, Vrijwilligerswerk Tags: buddyzorg. ouderenzorg, chronische ziekte, Mezzo, palliatieve zorg, voorlichting

Depressie bij ouderen

27 januari 2013 door Ger Dierx

Depressie bij ouderen
Als grijstinten de oude dag beheersen.

(folder fonds psychische gezondheid)

FPG_depressie_ouderen_2011web

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg Tags: depressie, ouderenzorg, psychiatrie, voorlichting

Wat is tardieve dyskinesie?

22 november 2012 door Ger Dierx

Tardieve dyskinesie (TD) is een neurologisch syndroom, dat veroorzaakt wordt door blootstelling aan bepaalde medicijnen. “Tardief” betekent zoiets als “laat ontstaan” en “dyskinesie” betekent “abnormale beweging”. De term “tardieve dyskinesie” wordt dus gebruikt om aan te geven dat het gaat om een bewegingsstoornis, die pas ontstaat na het gebruik van medicijnen. [Lees meer…]

Categorie: Chronische ziekten, Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg Tags: bewegingsstoornis, medicatie, neurologie, overdosering

Delier – o – meter

21 november 2012 door Ger Dierx

Een beknopte verpleegkundige beoordelingsschaal voor de ernst van delier.

Delierometer

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg Tags: alcohol, delier, medicatie, psychaitrie, verpleegkunde

Ziekte van Creutzfeldt-Jakob

5 maart 2012 door Ger Dierx

De ziekte van Creutzfeldt-Jakob is een ongeneeslijke hersenziekte, waarbij de hersencellen in snel tempo afsterven. Deze hersenaandoening, in feite een zeer snel verlopende vorm van dementie, wordt veroorzaakt door een eiwit (prion), dat normaal in het lichaam aanwezig is maar door verandering van vorm allerlei ziekteverschijnselen veroor-zaakt.
De ziekte leidt tot spongiforme encefalopathie, dat wil zeggen dat de hersenen er sponsachtig uitzien onder een microscoop.

Ziekte_van_Creutzfeldt-Jakob

Categorie: Chronische ziekten, Ouderenzorg Tags: chronische ziekte, dementie, ouderenzorg

Sociale Vaardigheden

21 februari 2012 door Ger Dierx

Reader Sociale Vaardigheidstraining

GGZ Midden Brabant

voor jongeren van 17 tot 23 jaar maar ook voor ouderen……

SOC. VAARDIGHEIDSTRAINING

Categorie: Chronische ziekten, Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg, Vrijwilligerswerk Tags: bejegening, buddyzorg, chronische ziekte, communicatie, familie, ouderenzorg, psychiatrie, sociale vaardigheden, verpleegkunde

Ziekte van Parkinson

21 februari 2012 door Ger Dierx

Van de mensen van 55 jaar en ouder lijdt 1,4% aan de ziekte van Parkinson. Van de ouderen tussen de 85 en 95 jaar lijden 4 op de 100 personen aan die ziekte. Dit is veel meer dan tot voor kort werd aangenomen. Vooral onder de oudsten wordt de ziekte vaak niet herkend. Dat blijkt uit een studie ‘Epidemiologie van de ziekte van Parkinson’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Met de vergrijzing van de bevolking zullen in Westerse landen steeds grotere aantallen mensen getroffen worden door neurologische aandoeningen waarbij sprake is van een versnelde veroudering van het zenuwstelsel. Van deze aandoeningen is bij ouderen de ziekte van Parkinson, na de ziekte van Alzheimer, de meest voorkomende.
Patiënten die lijden aan de ziekte van Parkinson hebben in het begin slechts geringe klachten, zoals wat beven van de hand in rust of een geringe traagheid bij bewegen. Vaak worden deze klachten in het begin niet onderkend en worden ze toegeschreven aan de ouderdom. Pas later vallen de symptomen op als afwijkend en wordt de diagnose van Parkinson gesteld.

1. Wat is Parkinson?

De ziekte van parkinson, genoemd naar de Engelse arts James Parkinson is een hersenziekte waarbij zennuwcellen, vooral de zenuwcellen van de substantia nigra (“zwarte stof”), langzaam afsterven.

De cellen van de substantia nigra hebben als taak dopamine te produceren, door de ziekte van parkinson ontstaat dus een dopamine tekort. Door een tekort aan dopamine gaan de hersenkernen die betrokken zijn bij de centrale bewegingen slechter gaan functioneren. De gevolgen hiervan zijn langzaam en weinig bewegen, trillen, voorovergebogen lopen en stijve spieren.

2. Oorzaken van Parkinson

Bij de ziekte van parkinson is er een soort afbraakproces (degeneratie) in een bepaald gebied in de hersenen: de ‘zwarte kernen’ (substantia nigra). Deze hersenkernen zijn van vitaal belang voor het soepel verlopen van bewegingen. Door verdwijnen van zenuwcellen in deze kernen wordt er niet voldoende dopamine gemaakt. Dopamine is een neurotransmitter, een stof die nodig is om zenuwimpulsen van de ene zenuwcel op de andere over te brengen. De verschijnselen van de ziekte van Parkinson worden pas merkbaar wanneer ongeveer 70 procent van de dopamine producerende zenuwcellen verdwenen is.

De oorzaak (het is waarschijnlijk dat er verschillende oorzaken zijn) van de ziekte van parkinson, van het afsterven van de hersencellen in de zwarte kernen, is nog niet precies bekend. Onder de microscoop zijn in sommige cellen van de zwarte kernen kleine ronde vormsels te zien – de insluitlichaampjes van Lewy (genoemd naar de ontdekker ervan). Daaraan kan achteraf (na het overlijden) met zekerheid worden vastgesteld of het inderdaad om de ziekte van parkinson ging.

De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar het ontstaan en de samenstelling van deze ‘Lewy bodies’ en daaruit is gebleken dat zij onder andere afbraakproducten van dopamine bevatten. Vooral de ontdekking van een aantal erfelijke vormen van parkinson heeft bijgedragen aan inzicht hoe bepaalde fouten in de stofwisselingsstoornis van deze cellen schade kan aanrichten. Deze fouten hebben onder andere te maken met de functie en de afbraak van bepaalde eiwitten, zoals het alpha-synucleïne en het tau-eiwit. Omdat er bij de ziekte van parkinson een stoornis in deze eiwitten bestaat wordt deze aandoening tegenwoordig ook ingedeeld bij de ‘synucleopathie’ en bij de ’tauopathie’.

3. Kenmerken

3.1 Motorische Verschijnselen

De ziekte van parkinson kan een groot aantal motorische verschijnselen met zich meebrengen.

De kernverschijnselen bij de ziekte van parkinson zijn:

  • Rigiditeit (stijfheid van de ledematen)
  • Akinesie (hypokinesie) (bewegingsarmoede)
  • Rusttremor (trillen bij rust) (eerst aan één hand, arm of been, later aan beide)
  • Gestoorde (voorovergebogen) houding en gestoorde houdingsreflexen

Andere motorische symptomen die zich voordoen bij de ziekte van parkinson zijn:

  • Micrografie (klein en kriebelig schrijven)
  • Maskergelaat (uitdrukkingsloos gezicht)
  • moeilijk slikken en spreken
  • Verminderde opvangreflexen en balans
  • Moeite om te starten of veranderen van beweging (wisselen van motorisch programma).
  • Afwijkend looppatroon: neiging steeds harder te gaan lopen, met kleine passen (omdat een normaal looppatroon niet goed lukt, laten patiënten zich voorover vallen en “lopen” ze op hun opvangreactie)

3.2 Symptomen van het autonoom zenuwstelsel

Het autonoom zenuwstelsel regelt de spijsvertering en het verwijden en vernauwen van bloedvaten. Maar ook de ademhaling, en de hartslag staan onder invloed van het autonome zenuwstelsel.

De ziekte van parkinson dient ook schade toe aan het autonoom zenuwstelsel, de symptomen hiervan zijn:

  • Overmatige talgproductie
  • Speekselvloed
  • Overmatige transpiratie
  • Obstipatie
  • Urineverlies
  • Orthostatische hypotensie (dalen van de bloeddruk bij overeindkomen, met duizeligheid als gevolg)

3.3 Psychische Verschijnselen

Bij de ziekte van Parkinson kunnen na verloop van tijd allerlei psychische klachten optreden.

Veel mensen met de ziekte kennen perioden waarin ze voortdurend somber zijn. Ze beleven geen plezier meer aan hun normale bezigheden, zijn doodmoe en kunnen zich slecht concentreren. Deze klachten vat men samen onder het ziektebeeld ‘Parkinson-depressie’.

Andere psychische verschijnselen die zich kunnen voordoen bij de ziekte van parkinson zijn:

  • Vermoeidheid
  • Concentratieproblemen
  • Dementie
  • Psychose (Hallucinaties)

3.4 Zintuiglijke Stoornis

Bij de ziekte van parkinson kunnen ook stoornissen plaatsvinden in de zintuigen.

In de meeste gevallen vinden er reukstoornissen plaats. Vaak is het ook het geval dat de reukstoornissen het eerste merkbare symptoom van de ziekte van parkinson is.

De zintuiglijke stoornissen zijn vaak de oorzaak van een overschot aan dopamine. Er is niet geheel duidelijk hoe er een dopamine overschot kan onstaan als de ziekte parkinson de dopamine produceerde cellen afbreekt. Momenteel lopen er onderzoeken om dit te onderzoeken. Er wordt gedacht dat er in cellen buiten de substantia nigra dopamine wordt geproduceerd om de uitval in de substantia nigra op te vangen. Maar dit is enkel een hypothese

3.5 Overige

Bij de ziekte van parkinson vinden ook stoornissen plaats die niet in een groep zijn in te delen. Het komt vaker voor dat patiënten die aan de ziekte van parkinson leiden slaapstoornissen of seksuele stoornissen hebben.

Deze stoornissen zijn bijwerkingen van medicijnen, in de meeste gevallen gaat het om de antidepressiva die veel parkinson patiënten nemen.

Er zijn medicijnen die als bijwerking hebben dat de seksuele opwinding verminderd maar er zijn ook medicijnen die de seksuele opwinding vergroten dit is het geval bij een aantal dopamine agonisten en voor levodopa. Voor patiënten is het vaak moeilijk om hiermee om te gaan, in veel gevallen doet het de patiënt goed als hij/zij iemand heeft waarmee om er openlijk over te praten.

Parkinson patiënten dienen dus goed op te letten of de medicijnen die gebruikt worden de ziekte van parkinson niet verergeren, veel antidepressiva verergeren namelijk ook de symptomen zoals de rusttremor (trillen bij rust).

4. Diagnose

De cellen van de substantia nigra hebben als taak dopamine te produceren en die via hun uitlopers naar het striatum, onderdeel van de basale ganglia te brengen. Door de ziekte van Parkinson ontstaat dus dopamine-tekort in de basale ganglia, waardoor deze hersenkernen die belangrijk zijn voor het uitvoeren van bewegingen, slechter gaan functioneren. Langzaam en weinig bewegen, trillen, voorovergebogen lopen en stijve spieren zijn het gevolg .

Recent wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat ook in andere gebieden van de hersenen celafbraak optreedt, met onder meer reukstoornissen, stoornissen van het autonoom zenuwstelsel, psychische stoornissen (depressie, initiatief verlies) en cognitieve stoornissen (geheugen en tempo van informatieverwerking) als gevolg. In de afstervende zenuwcellen worden bij microscopisch onderzoek “Lewy bodies” aangetroffen, die het eiwit alpha-synucleíne bevatten, waarmee bij de ziekte van Parkinson kennelijk iets mis gaat. De precieze oorzaak van de meeste gevallen van de ziekte van Parkinson is vooralsnog onbekend. Bij een klein gedeelte van de patiënten is aan te tonen dat de ziekte veroorzaakt wordt door een genetische afwijking of door vergiftiging met een stof als Mangaan. Mogelijk speelt in de nog onverklaarde meerderheid van de gevallen een combinatie van genetische factoren en externe schadelijke stoffen een rol.

5. Hoe wordt de ziekte van Parkinson behandeld?

De ziekte van Parkinson is niet te genezen. De behandeling bestaat uit het bestrijden van de symptomen.

Parkinsonsverschijnselen worden meestal behandeld met een combinatie van verschillende geneesmiddelen. Die geneesmiddelen moeten een aantal keer per dag ingenomen worden. Daarbij kunnen vervelende bijwerkingen optreden, zoals misselijkheid, verwardheid, slapeloosheid, geheugenstoornissen of overtollige bewegingen. Over het algemeen geldt hoe lager de dosering van een geneesmiddel, hoe minder kans op bijwerkingen.

Bepaalde geneesmiddelen kunnen na langdurig gebruik zogenaamde on-off effecten geven: de ernst van de klachten wisselt dan sterk, per dag of zelfs per uur.

  • In het beginstadium van de ziekte gebruikt men meestal ofwel levodopa ofwel een dopamine-agonist (zoals cabergoline, pergolide, ropinirol, pramipexol en bromocriptine), ofwel een associatie van beide. Levodopa wordt in de hersenen omgezet in dopamine – de stof waaraan de Parkinsonpatiënt een tekort heeft. Deze stof is heel belangrijk voor het soepel laten verlopen van bewegingen.
  • Levodopa is het snelst werkzaam en het meest doeltreffend op de Parkinsonsymptomen, maar er is het risico van motorische complicaties (motorische fluctuaties, dyskinesieën).
  • De dopamine-agonisten zijn doeltreffend op de Parkinsonsymptomen, en vroegtijdig gebruik ervan in monotherapie, in het bijzonder bij jonge patiënten (tot ongeveer 50 jaar), laat in sommige gevallen toe een behandeling met levodopa uit te stellen.
  • De dopamine-agonisten kunnen geassocieerd worden met levodopa, ofwel van bij het begin van de behandeling wat toelaat het optreden van motorische complicaties door levodopa te vertragen, ofwel in een later stadium wanneer motorische fluctuaties door levodopa optreden.
  • Selegiline wordt eveneens voorgesteld voor de behandeling van Parkinsonsymptomen maar zijn activiteit tegen de ziekte van Parkinson lijkt zwak.
  • Entacapon, steeds in associatie met levodopa, laat toe de motorische fluctuaties door levodopa te verminderen.
  • De anticholinergica zijn vooral doeltreffend tegen het beven. Deze remmers zorgen ervoor dat de dopamine in evenwicht komt met de stof acetylcholine. Beide stoffen zijn nodig om bewegingen goed te laten verlopen. Anti-cholinergica verminderen verder speekselvloed en overtollige transpiratie.
  • In aanwezigheid van dyskinesieën door levodopa, kan amantadine (eigenlijk een antigriepmiddel) of apomorfine overwogen worden.

De laatste tijd wordt ook geëxperimenteerd met chirurgie (Deep Brain Stimulation) waarbij bepaalde delen van de hersenen die verantwoordelijk zijn voor het beven, worden stilgelegd, of via elektrische impulsen worden gestimuleerd om het beven tegen te gaan. Deze operaties worden vooral bij jongere patiënten toegepast.

Ook fysiotherapie kan helpen om de bewegings- , slaap- en slikproblemen beheersbaar te houden.

6. Parkinsonismen

Parkinsonismen is een verzamelterm voor aandoeningen die lijken op de ziekte van Parkinson. Voor een deel leiden ze tot dezelfde verschijnselen: beven, stijfheid en bewegingstraagheid. Een verschil met de ziekte van Parkinson is dat andere delen in de hersenen aangedaan raken. Wanneer mensen met klachten als beven, stijfheid en moeite met bewegen bij de huisarts of neuroloog komen, is vaak de diagnose: de ziekte van Parkinson. Het is echter moeilijk om de diagnose ‘de ziekte van Parkinson’ met zekerheid te stellen. Dit kan alleen door hersenweefsel microscopisch te onderzoeken, en dit kan pas nadat iemand is overleden. Bij het stellen van de diagnose gaat een arts vooral af op iemands klachten. De ziekteverschijnselen bij de ziekte van Parkinson kunnen echter ook bij een aantal andere aandoeningen voorkomen. Wanneer iemand de ziekte van Parkinson heeft, worden de ziekteverschijnselen minder door dopaminetherapie. Bij eenderde tot een kwart van de mensen met de diagnose ‘de ziekte van Parkinson’ is dit niet het geval. Dit is een van de belangrijkste aanwijzingen dat er dan sprake is van een parkinsonisme. Een parkinsonisme is een aandoening die het hele leven van de persoon zelf, maar ook van de mensen in zijn naaste omgeving, ingrijpend verandert. Duidelijke informatie over de ziekte, de verwachtingen en de behandeling is belangrijk om met die veranderingen om te kunnen gaan. Daarom deze brochure van de Parkinson Pati?nten Vereniging. De Parkinson Pati?nten Vereniging richt zich uitdrukkelijk ook op mensen met parkinsonismen en hun naasten, bijvoorbeeld door het geven van voorlichting. Aan het einde van deze brochure kunt u lezen wat de Parkinson Pati?nten Vereniging nog meer voor u kan betekenen.

Multi Systeem Atrofie

De diagnose MSA is alleen met zekerheid te stellen door hersenweefsel onder de microscoop te onderzoeken (zie het volgende punt: microscopisch onderzoek). Bij leven is de diagnose dus niet met zekerheid te stellen. Wel kan lichamelijk onderzoek aanwijzingen geven dat er waarschijnlijk sprake is van MSA. De volgende verschijnselen zijn typisch voor MSA (en komen op deze manier niet voor bij de ziekte van Parkinson):

  •  snelle progressie, rolstoelgebruik;
  • al in een vroeg stadium van de ziekte een instabiele houding;
  • abnormaal sterk voorover gebogen houding;
  • onregelmatig, rukachtig beven;
  • abnormale oogbewegingen, meestal kan iemand niet meer naar beneden kijken zonder het hoofd te bewegen;
  • ernstige spraak- en slikstoornissen;
  • ademstoornissen, diep zuchten, toegenomen snurken of kreunen;
  • specifieke slaapstoornissen;
  • samentrekkingen van de spieren (=contracturen);
  • koude, paarse handen. Ook kan er onderzoek gedaan worden naar het functioneren van het autonome zenuwstelsel, bijvoorbeeld het meten van de bloeddruk, functietesten en onderzoek van de sluitspieren van darm en blaas. Er zijn ook onderzoeken waarmee de hersenen in beeld gebracht kunnen worden, zoals CT- of MRI-SCAN, en onderzoeken waarmee de stofwisseling van de hersenen kan worden beoordeeld, zoals PET (Position Emiss Tomography) of SPECT (Single Photon Emission Computed Tomography). Een probleem van deze onderzoeken is, dat ze in de beginfase van de ziekte vaak geen afwijkingen laten zien. Juist in deze periode is de behoefte aan een goede verklaring van de ziekteverschijnselen het grootste.

Progressieve Supranucleaire Paralyse

Een andere vorm van parkinsonisme is PSP. Deze ziekte is voor het eerst beschreven in 1964 door Steele, Richardson en Olzewski. Daarom wordt de ziekte soms ook met hun namen aangeduid. Letterlijk betekent PSP een ziekte die in de loop van de tijd erger wordt (=progressief), waarbij er verlammingen (=paralyse) optreden in het hersengedeelte dat de oogbewegingen regelt (=supranucleair). PSP begint meestal na het veertigste levensjaar en komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Jaarlijks krijgt 1 op de 1000 mensen PSP.

Bij PSP kunnen de volgende ziekteverschijnselen voorkomen:

  • veranderingen in spreken en articulatie;
  • slikproblemen;
  • een vorm van dementie, met apathie, initiatiefloosheid, depressie en angst; logisch denken gaat slechter; niet zozeer het begrijpen, als wel het uitvoeren van denken en doen raakt soms al vroeg in de ziekte verstoord; taal- en rekenvaardigheden blijven lange tijd goed.
  • onzeker lopen en vaak achterover vallen; het vallen komt niet door struikelen, maar omdat minder goed gereageerd kan worden op houdingsveranderingen.
  • verstoorde oogbewegingen; een beperkt blikveld; niet meer naar boven of beneden kunnen kijken zonder het hoofd te bewegen; slechter gaan zien, ook al raakt het zien zelf niet beschadigd;
  • stijfheid, met name van nekspieren en lange rugspieren; hierdoor ontstaat een typische houding: helemaal rechtop, met opgeheven hoofd.

De ziekteverschijnselen van PSP komen in beide lichaamshelften voor. Dat is anders dan bij de ziekte van Parkinson, waarbij de lichaamshelften in verschillende mate aangedaan raken.

 

Categorie: Chronische ziekten, Ouderenzorg Tags: bejegening, buddyzorg, chronische ziekte, familie, opvang, parkinson, verpleegkunde

Emotionele ondersteuning

20 februari 2012 door Ger Dierx

Emotionele ondersteuning

Definitie: De patiënt in tijden van stress geruststellen, accepteren en aanmoedigen.

Activiteiten:

  • Bespreek de emotionele gebeurtenis(sen) met de patiënt;
  • Moedig het gebruik van gepaste afweermechanismen aan;
  • Help de patiënt gevoelens van angst, boosheid of verdriet te onderkennen;
  • Moedig de patiënt aan gevoelens van angst, boosheid of verdriet te uiten;
  • Bespreek de gevolgen van onverwerkte schuld- of schaamtegevoelens;
  • Luister naar de patiënt die zijn gevoelens en overtuigingen verwoord
  • Help de patiënt na te gaan hoe hij normaal gesproken met zijn angsten omgaat;
  • Ondersteun de patiënt tijdens de verschillende fasen van het rouwproces (ontkenning, boosheid, onderhandeling en acceptatie);
  • Ga na welk doel boosheid, frustratie en woede voor de patiënt dienen;
  • Moedig de patiënt aan te praten of te huilen om zijn emoties af te reageren;
  • Blijf bij de patiënt wanneer hij angstig is en maak hem duidelijk dat hij zich lichamelijk en geestelijk veilig kan voelen;
  • Ondersteun de patiënt bij de besluitvorming;
  • Beperk de cognitieve belasting wanneer de patiënt zich ziek of vermoeid voelt;
  • Verwijs de patiënt zo nodig door voor counseling.

 

Categorie: Chronische ziekten, Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg, Vrijwilligerswerk Tags: bejegening, buddyzorg, chronische ziekte, emotionele ondersteuning, ouderenzorg, psychiatrie, verpleegkunde

  • « Vorige
  • 1
  • …
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • Volgende »

Tags

ADHD agressie aids Andries Braat angst begeleiding bejegening bipolair Braat buddyzorg chronische ziekte cronische ziekte dementie depressie familie geweld hiv hiv en aids homo homoseksualiteit informatie jongeren manie opvang ouderenzorg persoonlijkheidsstoornis presentie presentiebenadering presentietheorie preventie psychiatrie religie rouw rouwverwerking scholen seksualiteit soa stemmingsstoornis suicide suicidepoging verdriet verlies verpleegkunde voorlichting zorg

Buddyzorg Limburg

Positieve Gezondheid

Overzicht 6 dimensies van Positieve Gezondheid met bijbehorende vragen   Lichaamsfuncties (hoe gaat het lichamelijk met u?) Ik voel mij gezondIk voel mij fit Ik heb geen klachten en pijnIk slaap goedIk eet goedIk herstel snel … [Lees meer ...]

Meer Buddyzorg Limburg

Chronische ziekten

ik en eenzaamheid

Wat is eenzaamheid eigenlijk?  Zijn er verschillende soorten eenzaamheid? Wat zijn de symptomen van eenzaamheid? Wat zijn oorzaken van eenzaamheid? Hoe weet je of je eenzaam bent? En kan je zelf echt wat doen aan eenzaamheid? Om achter … [Lees meer ...]

Meer chronische ziekten

HIV en AIDS

Meer HIV en AIDS

Homoseksualiteit

homo zijn doet pijn

… [Lees meer ...]

Meer homoseksualiteit

Ouderenzorg

Voor je familie zorgen dat is gewoon zo…..

Voor je familie zorgen? Dat is gewoon zo Mantelzorg bij allochtonen. Mantelzorg bij Antillianen, Surinamers, Marokkanen en Turken in Nederland. bron: Purmerend, Juni 2007Dit is een uitgave van PRIMO Noord-HollandAuteursIbrahim Yerden, senior … [Lees meer ...]

Meer ouderenzorg

Psychiatrische verpleegkunde

Waarom Obesitas in de GGZ behandeld moet worden

… [Lees meer ...]

Meer psychiatrische verpleegkunde

Copyright © 2025 · Ger Dierx

Copyright © 2025 · Ger Dierx op Genesis Framework · WordPress