Ger Dierx

mijn eigen archief

Noodkist
  • Home
  • Geestelijke Gezondheidszorg
  • Chronische ziekten
  • Vrijwilligerswerk
  • Ouderenzorg
  • Seksualiteit
  • Presentaties

Verpleegkunde en Presentie

12 februari 2012 door Ger Dierx

Boekpresentatie ‘Verpleegkunde en Presentie’
Door prof. dr. Mieke Grypdonck en prof. dr. Andries Baart
op 13 mei 2008
Verslaglegging: Annette Sins

Op 13 mei 2008 presenteerden in De Driehoek te Utrecht prof. dr. Mieke Grypdonck en prof.
dr. Andries Baart hun boek ‘Verpleegkunde en Presentie, een zoektocht in dialoog naar de
betekenis van presentie voor verpleegkundige zorg’.
Het boek is het resultaat van de vele gesprekken die Mieke en Andries hebben gevoerd over
de betekenis van presentie voor de verpleegkundige zorg en omgekeerd, over de betekenis
van de verpleegkundige zorg voor presentie. Het boek is geen methodiekboek, maar het is
een boek vol casuïstiek, dat de lezer uitnodigt tot meedenken en reflecteren, om zo
vertrouwd te raken met presentie als een manier van doen, om zo uiteindelijke tot betere
zorg te komen.

boekpresentatie_verpleegkunde

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg Tags: bejegening, buddyzorg, presentie, psychiatrie, verpleegkunde

Vanuit de Presentietheorie gekeken naar de zorg voor de mensen met Dementie

12 februari 2012 door Ger Dierx

Madeleine Timmermann deed promotieonderzoek naar het belang van de relatie tussen degene met dementie en de professional vanuit de presentietheorie. Een onderzoek dat voor Alzheimer Nederland interessant is. Zin in Zorg nodigde Julie Meerveld, hoofd belangenbehartiging bij Alzheimer Nederland uit voor een gesprek met de onlangs gepromoveerde onderzoeker.

Door: Julie Meerveld. Dit artikel verscheen eerder in Zin in Zorg en is ook in PDF te downloaden.

Je onderzoek is voor Alzheimer Nederland interessant omdat je de relatie tussen de patiënt en de professional centraal stelt. Wij weten dat mensen met dementie en hun familie behoefte hebben aan vaste professionals die ze kennen, herkennen, die ze vertrouwen en die omgekeerd ook hun situatie goed kennen. 

De realiteit is anders. Mensen tobben gemiddeld acht jaar met de ziekte. In die periode krijgen ze te maken met een groot aantal verschillende professionals. Met al die professionals omgaan dat vraagt flink wat van de patiënt en van de familie, juist in een periode dat ze vaak al overbelast zijn. Wat helpt jouw onderzoek aan het verbeteren van die relatie?

De kern van de presentietheorie is dat je als zorgverlener uitgaat van het goed van de ander en niet alleen van je eigen goede bedoelingen. We kunnen er van uitgaan dat alle verzorgenden en professionals zich inzetten voor hun patiënten met goede bedoelingen. De vraag die je vanuit de presentietheorie steeds weer moet stellen is of je eigen goede bedoelingen wel goed (genoeg) zijn in het geval van die specifieke patiënt en diens familie. Dat betekent dat je het lef moet hebben om kritisch te kijken naar je eigen aandeel in de relatie met patiënten en familie. Dat vraagt niet alleen goed luisteren en kijken, maar ook bereid zijn om de zorg daadwerkelijk aan te passen.

Een voorbeeld uit mijn onderzoek is een meneer die hevig aan het jammeren is dat hij het koud heeft. De verzorgende komt om die meneer te wassen. De verzorgende doet het goed; ze stopt haar activiteiten, laat merken dat ze het vervelend voor die meneer vindt. Dat zegt ze, ze kijkt hem aan. Maar dan gaat ze toch over tot de orde van de dag en begint die meneer te wassen waardoor de meneer nog harder gaat jammeren want hij heeft het zo koud! Met de presentietheorie zou je een stap verder gaan. Deze meneer, die op zijn manier laat blijken dat hij het koud heeft en daar last van heeft, serieus nemen betekent een pas op de plaats maken. Ter plekke (of achteraf) ruimte creëren om systematisch alternatieven te bedenken. In deze relationele afstemming kan de verzorgende niet aan het gejammer van meneer voorbij gaan en is het noodzakelijk om te zoeken naar wat voor hem dragelijk is. Of nog beter: te zoeken naar waar hij van kan genieten, bijvoorbeeld van iets dat echt lekker warm is.

Dat betekent dus dat je vooral ideeën hebt over wat verzorgenden en professionals kunnen doen om systematisch hun relatie te verbeteren met patiënten en familie. Bij Alzheimer Nederland raadplegen we op grote schaal familie om te horen wat hún wensen en problemen zijn. Daardoor weten we dat familieleden meer praktische informatie en adviezen willen krijgen over hoe om te gaan met de ziekte, vanaf het begin. 

Familie wil professionals met kennis van zaken, maar wel professionals die deze algemene kennis kunnen toepassen in het leven van alledag. Ze zitten met vragen zoals bijvoorbeeld hoe krijg ik mijn man onder de douche of hoe blijf ik geduldig na 100 keer dezelfde vraag. Als je dit hoort, wat kunnen familieleden hebben aan jouw promotieonderzoek?

Dit onderzoek is juist heel praktisch. Vaak zijn het de kleine dingen die het doen, die heel wezenlijk zijn voor patiënten of familie. Het is dan belangrijk dat familie en verzorgenden praten over die kleine dingen. Dat ze elkaar serieus nemen. Bijvoorbeeld een mevrouw die hoort dat haar man in het verpleeghuis onder de douche heel agressief is. En ze begrijpt er niks van, want ze kent haar man als iemand die juist helemaal niet agressief is. Daar moeten ze het dus samen over hebben.

Wij horen dat veel familieleden bang zijn dat de verzorgenden vinden dat ze zeuren. Ze zien dat de verzorgenden druk zijn en ze willen niet lastig gevonden worden. Ze denken dat dit de relatie met de verzorging verslechtert.

Toch moeten ze juist wel met elkaar praten en meer dan dat. In de presentietheorie betekent dit dat familie en verzorging systematisch samen kijken naar alternatieven. Dat vraagt lef: verzorgenden verschuilen zich niet achter een professionele barrière, maar laten de familie royaal en loyaal mee denken en doen in de verzorging. Dat brengt creativiteit. Wat ontbreekt is vaak taal en cultuur om over ‘ kleine gewone dingen’ te praten. Daarbij kan de presentietheorie helpen. Hoe? Door het gewoon te doen, door het te zeggen en elkaar uit te nodigen om het te zeggen. Juist het verpleeghuis zou daarin het voorbeeld moeten geven.

Dat zeg je nu wel zo makkelijk, maar mensen praten doorgaans niet graag over dingen die niet lukken, die zwaar zijn, die heel erg persoonlijk en pijnlijk zijn. En dementie is een zware ziekte met een lang en pijnlijk ziekteproces. Dus begrijpelijk dat je over veel dingen niet wilt praten omdat je bang bent voor zeur te worden aangezien.

Klopt. Maar ik geloof erin dat je dit met de presentietheorie kunt doorbreken. Dat deze theorie je helpt benoemen wat precies pijnlijk is, hoe je erbij kunt stilstaan en ermee kunt leren leven. Je moet het willen zien. Alleen dan kom je op andere oplossingen. Bijvoorbeeld een mevrouw die klaagt tijdens het wassen over de harde handdoek, dag in dag uit. Je moet er gewoon op komen dat die harde handdoek er voor die mevrouw echt toe doet. Dat het voor haar een kwelling is elke dag opnieuw.

Als je praat over de presentietheorie gebruik je vaak het woord geloven. Vind je het een geloof?

Een beetje wel. Het gaat om een ander wereldbeeld, een ander mensbeeld. Het gaat erom dat je gelooft in mensen en dat zij hun waarde als mens niet kwijtraken, ook niet bij dementie. Het kan familieleden helpen om zich te leren verhouden tot hoe het is, hoe hun relatie met de patiënt met dementie is. Niet alleen kijken naar wat er niet meer is en naar wat niet meer kan, maar ook naar wat er nog wel is en naar wat wel nog kan. Dat kan troost opleveren en is ook een vorm van kritiek op de heersende mens- en wereldbeelden.

Ervaringen als patiënt helpen professionals vaak om daarna het werk anders te bekijken, anders te doen. Ze kunnen zich beter verplaatsen in de ander, in de patiënt, in de familie. Bij de presentatie van het boek “De dokter is ziek” (2010, Gonny ten Haaft) viel het me op dat professionals zelfs na hun ervaring als patiënt toch weer terugvallen in oude patronen. Hoe zie jij dat?

Ik herken het. Maar ik geloof dat je nooit klaar bent als professional. Dat je je continu moet verwonderen, nieuwsgierig moet blijven en kritisch moet blijven. Het is nooit af. Dat is niet erg, dat is juist het leuke van het vak, dat is de uitdaging. Bij dementie gaat dat alleen maar beter als je daarbij samen optrekt met familie.

Julie Meerveld is hoofd belangenbehartiging bij Alzheimer Nederland.Samen met honderden vrijwilligers komt haar team op voor de belangen vanmensen met dementie en hun familie, landelijk en regionaal.

Madeleine Timmermann is verpleegkundige en studeerde theologie/zorgethiek. Ze promoveerde op 14 april aan de Universiteit van Tilburg. Momenteel werkt ze als freelancer op het gebied van zorg en ethiek, presentie en dementie. Daarnaast is ze verbonden aan het Lectoraat Verslavingszorg Hogeschool INHollanden bezig met een landelijk project innovatie in de Korsakovzorg

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg Tags: bejegening, buddyzorg, ouderenzorg, presentie, verpleegkunde

Presentie: telt het, telt het voor u?

12 februari 2012 door Ger Dierx

De presentiebenadering gaat uit een van een vernieuwende visie op hulp- en dienstverlening. In plaats van de nadruk op methodieken en procedures biedt presentie menslievende zorg vanuit de relatie die de hulpverlener aangaat met de cliënt.

Presentie is een grondhouding waarin de hulp-of dienstverlener vanuit de relatie die hij aangaat met de ander oog en gevoel krijgt voor wat nodig is. Die relatie wordt niet aangegaan vanuit een vooropgestelde diagnose, maar de hulpverlener sluit aan bij wat voor de cliënt op het spel staat, zijn verlangens, zijn angst. Pas dan kan hij begrijpen wat er in de desbetreffende situatie gedaan zou kunnen worden en wie hij voor de ander kan zijn. Hij doet vervolgens wat gedaan kan worden. Een dergelijke manier van doen kan slechts verwezenlijkt worden met gevoel voor subtiliteit, vakmanschap, praktische wijsheid en liefdevolle trouw.

Presentie:

  • gaat over aansluiten en afstemmen, over denken en handelen vanuit relaties;
  • vraagt dat de hulpverlener sensitief is voor de behoefte van de hulpvrager;
  • lost graag problemen op maar bekommert zich allereerst om de mens;
  • gaat niet over hoe problemen in elkaar zitten maar hoe goede hulp gegeven wordt;
  • betekent kijken met de ogen van de hulpvrager;
  • gaat over wat hulp tot goede hulp maakt;
  • gaat over u en uw organisatie?

In de dagelijkse praktijk lopen uitvoerend werkers in de hulp- en dienstverlening vaak op tegen dilemma’s: de verdergaande protocollering aan de ene kant en goede zorg voor de cliënt anderzijds. Vanuit de presentiebenadering wordt de hulpvraag als volgt waargenomen:
“Telt het – voor jou – dat dit – bij mij – almaar weer – zo gaat – pijn doet – en stoppen moet?”
“Doet het ertoe voor jou dat ik dit probleem ervaar, deze pijn lijd, ook al pas ik niet in een formele (behandel)categorie?”
Voor managers of beleidsmedewerkers geldt dat medewerkers op de werkvloer alleen present kunnen worden, zijn en blijven als de organisatie daarachter staat.

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg, Vrijwilligerswerk Tags: bejegening, buddyzorg, chronische ziekte, presentie

Wat is een Psychose ?

22 januari 2012 door Ger Dierx

  • Wat is een psychose ?

Als iemand psychotisch is, dan is hij het normale contact met onze werkelijkheid kwijtgeraakt. Dat wijst op een ernstige verstoring van de verwerking van informatie. Dit kan blijken uit een of meer van de volgende verschijnselen.


 

Hallucinaties: Iemand die psychotisch is kan iets waarnemen (horen, zien, ruiken, voelen, proeven) dat er in werkelijkheid niet is. Deze ervaringen zijn voor de betrokkene zeer ‘echt’. Het horen van stemmen is de meest voorkomende hallucinatie. Soms geven stemmen commentaar op het gedrag of geven ze opdrachten. Hallucinaties kunnen zeer hinderlijk zijn voor degene die er last van heeft. Als de betrokkene op de stemmen reageert, dan kan dit leiden tot vreemd of storend gedrag. Vaak lukt het iemand een lange tijd om deze ervaringen voor zichzelf te houden, zonder dat mensen in de omgeving er iets van merken.

Wanen: Dit zijn individuele ideeën of overtuigingen die absoluut niet in overeenstemming zijn met algemeen geaccepteerde ideeën of opvattingen. Het draait bij een waan altijd om de betrokkene zelf; hij heeft bijvoorbeeld de overtuiging dat hij buitengewone kwaliteiten bezit, rechtstreeks in verbinding staat met een hogere macht of weet zeker dat er een complot tegen hem wordt gesmeed. Ogenschijnlijk gewone gebeurtenissen krijgen een speciale betekenis. Het is moeilijk iemand met wanen op andere gedachten te brengen: hij houdt sterk aan zijn ideeën vast en is vaak niet gevoelig voor logische tegenwerpingen.

Verward denken: Het denkproces kan te snel, te langzaam of chaotisch zijn. Vaak lukt het niet om helder te denken. Soms gaat het verband tussen gedachten verloren. Hierdoor is het nogal eens moeilijk om te begrijpen wat iemand die psychotisch is precies bedoelt. Op zijn beurt kan hij weer moeite hebben om anderen te begrijpen. Dit komt doordat hij zich niet goed kan concentreren en problemen heeft met onthouden. Het kan hem vaak moeite kosten het gedrag van anderen te plaatsen.

Vaak komen voorafgaand aan, tegelijk met of na afloop van een psychose ook andere verschijnselen voor, zoals:

  • negatieve symptomen,
  • cognitieve stoornissen en
  • depressie.

Negatieve symptomen duiden op het ontbreken van gedrag dat normaal wel aanwezig is. Voorbeelden zijn: weinig spreken, weinig initiatief tonen, weinig energie hebben, weinig gebaren maken, een vlakke gezichtsuitdrukking hebben of een teruggetrokken gedrag vertonen. Negatieve symptomen kunnen zeer ernstig zijn.

De betrokkene heeft dan zijn vitaliteit en enthousiasme geheel verloren. Anderen kunnen dit opvatten als luiheid en ‘niet willen deugen’.  Iemand kan er niets aan doen dat hij deze negatieve symptomen heeft. Negatieve symptomen zijn vaak moeilijk te behandelen.

Cognitieve stoornissen zijn verslechteringen in de verwerking van informatie door de hersenen. De betrokkene heeft moeite zich te concentreren, is gemakkelijk afgeleid of heeft moeite verschillende soorten informatie gelijktijdig te verwerken (bijvoorbeeld te lezen terwijl de radio aanstaat).

Bij een depressie is er sprake van een sombere stemming en een gedaalde zelfwaardering. Soms is de wanhoop zo groot dat mensen zelfdoding overwegen of zelfs een suïcidepoging doen.

Een psychose komt het meest voor bij mensen tussen de 16 en 40 jaar en kan samenhangen met verschillende psychiatrische ziektebeelden. Zo zijn er psychosen door drugsgebruik, psychosen bij een manisch-depressieve aandoening, psychosen bij schizofrenie en psychosen in het kader van kortdurende psychotische stoornissen. Manisch-depressieve stoornissen komen voor bij 1 op de 200 mensen, schizofrenie bij 1 op de 100. Welke aandoening het precies is, hangt onder andere af van bijkomende verschijnselen, oorzaken en tijdsduur van de psychose. Omdat het verloop van de aandoening mede de diagnose bepaalt, kan het in sommige gevallen ongeveer een half jaar duren voor de diagnose met zekerheid gesteld kan worden. Houd er rekening mee dat de eerste diagnose later bijgesteld kan worden.

Wat kunnen de oorzaken van een psychose zijn?

Iedereen kan psychotisch worden. Bij mensen die bijvoorbeeld drugs gebruiken (cannabis, cocaïne of LSD) verandert de werking van de hersenen dusdanig, dat zij verward kunnen gaan denken of dingen waarnemen die er in werkelijkheid niet zijn. Ook door andere ernstige lichamelijke ontregelingen (zoals hoge koorts bij kleine kinderen of na een zware operatie bij ouderen) kan een psychose optreden.

Meestal is er geen duidelijke oorzaak te vinden. Het ontstaan van een psychose hangt af van de kwetsbaarheid om een psychose te krijgen en van de stress die iemand ondervindt. Hoe groter de kwetsbaarheid is om een psychose te krijgen, des te sneller kan er bij (lichte) stress een psychose optreden. Iemand krijgt dan meer emotioneel geladen informatie te verwerken dan hij aankan; de informatieverwerking is ontregeld. Hierdoor kunnen de typische verschijnselen van een psychose optreden.

De kwetsbaarheid voor een psychose kan erfelijk bepaald zijn, maar ook samenhangen met aandoeningen tijdens de zwangerschap of rond de bevalling. Overigens blijft de kans klein dat familieleden ook een psychose krijgen. Meestal is er in een familie maar één persoon met een psychose. Een psychose wordt niet veroorzaakt door opvoedings- of gezinsproblemen.

Meestal zijn er geen duidelijke problemen in het gezin die de aanleiding vormen als iemand voor het eerst psychotisch wordt.

Hoe komt de eerste behandeling van een psychose tot stand?

Mensen met een psychose zijn vaak terughoudend in het zoeken van een behandeling. Ze ervaren vreemde dingen die ze niet goed kunnen plaatsen. Ze denken dat anderen hun situatie niet goed zullen begrijpen en ze willen meestal zelf eerst uitzoeken wat er met hen aan de hand is. Soms schamen ze zich voor hun problemen. Begrip van familieleden en anderen kan dan een goede steun vormen.

Een goed gesprek met iemand die betrokkene vertrouwt (bijvoorbeeld een mentor of huisarts) kan eveneens helpen. Belangrijk is dat de psychotische waarnemingen en gedachten in zo’n gesprek niet als onzin worden afgedaan.

In veel gevallen zet de psychose door en wordt iemand verwezen naar de geestelijke gezondheidszorg (zelfstandig psychiater, RIAGG of psychiatrisch ziekenhuis). Meestal zijn meerdere gesprekken nodig om goed te onderzoeken wat er aan de hand is en om de meest waarschijnlijke oorzaak van de psychose vast te stellen. Hierna volgt een nieuwe reeks gesprekken met de betrokkene over de achtergronden van de klachten en over de mogelijkheden om deze te verminderen of er beter mee om te gaan. Hij zal ook medicijnen voorgeschreven krijgen, waarmee de psychotische verschijnselen binnen een paar maanden kunnen verdwijnen. Omdat ook u wilt weten wat er aan de hand is en u zelf kunt fungeren als bron van informatie, ligt het voor de hand dat u bij de behandeling wordt betrokken.

Soms zijn er bijkomende verschijnselen die thuis niet goed aangepakt kunnen worden, zoals geweld, onrust, zelfverwaarlozing en depressiviteit. In deze gevallen volgt doorgaans een opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Ook als de behandeling thuis onvoldoende resultaat heeft of als betrokkene persoon zich extreem terugtrekt kan opname in een ziekenhuis zinvol zijn.

In een enkel geval kan iemand een gevaar zijn voor zichzelf of zijn omgeving. Als hij in deze toestand geen opname wil, kan hij soms tegen zijn wil worden opgenomen met een rechterlijke maatregel (een inbewaringstelling of een rechterlijke machtiging).

Wat doen medicijnen?

Bij de behandeling van een psychose kunnen verschillende medicijnen worden gebruikt. De belangrijkste groep medicijnen vormen de zogenaamde antipsychotica. Dat zijn middelen die de psychose tegengaan. Ze reguleren de informatieoverdracht tussen de hersencellen en zorgen ervoor dat de psychotische verschijnselen afnemen. Daarnaast hebben ze een algemeen kalmerende werking (opwinding en agressie kunnen verminderen). De antipsychotica beïnvloeden in de hersenen de werking van verschillende overdrachtstoffen (neurotransmitters).

Antipsychotica helpen niet alleen tijdens een acute psychose, maar ook om het optreden van een nieuwe psychose te voorkomen. De medicijnen zijn behoorlijk effectief, maar gaan gepaard met soms lastige bijwerkingen. De mate waarin mensen last hebben van bijwerkingen, verschilt sterk.

Bijwerkingen van de oudere, zogenaamde ‘klassieke’ antipsychotica zijn vaak te merken aan de bewegingen van betrokkene persoon: stijfheid, beven, spierkrampen, rusteloos heen en weer lopen. Om die bijwerkingen te verminderen kan de behandelaar de dosering verlagen of nog een extra middel voorschrijven (een anticholinergicum) dan wel het antipsychoticum vervangen door een ander antipsychoticum.

In een aantal gevallen schrijft de psychiater een nieuwer, zogenaamd ‘atypisch’ antipsychoticum voor. Dit heeft minder invloed op de beweging, maar kan wel weer andere bijwerkingen tot gevolg hebben. Soms neemt de eetlust sterker toe dan bij de ‘klassieke antipsychotica’. Als dit gepaard gaat met minder activiteit kan de gewichtstoename fors zijn. Bij sommige atypische antipsychotica hebben cliënten bijzonder veel moeite om ’s ochtends op te staan.

Er is een antipsychoticum dat soms uitkomst biedt als andere medicijnen niet werken of te veel bijwerkingen geven: clozapine (Leponex). Wie dit middel gebruikt, moet regelmatig zijn bloed laten controleren omdat bij ongeveer 1 procent van de gebruikers de witte bloedlichaampjes onvoldoende worden aangemaakt. Als dit gebeurt moet het gebruik van clozapine worden gestaakt. Hierna neemt het aantal witte bloedlichaampjes weer toe tot een normaal niveau.

Het is niet te voorspellen of en hoe uw familielid op een bepaald antipsychoticum zal reageren. Door gericht te variëren in soort en hoeveelheid, zoekt de behandelaar in samenwerking met uw familielid uit wanneer het effect maximaal en de bijwerkingen minimaal zijn. Vaak is het eerste medicijn ook meteen het goede, maar het komt voor dat een aantal middelen beproefd moeten worden, voordat het juiste medicijn is gevonden. Over het algemeen is bij een eerste psychose een lage dosering voldoende. Het kan soms meerdere weken duren alvorens duidelijk wordt of een gunstig effect optreedt. Bij het ‘instellen’ van een antipsychoticum is dus geduld nodig. Dat is vanzelfsprekend moeilijk omdat de problemen vaak groot zijn. Behalve antipsychotica en anticholinergica kan uw familielid ook medicijnen tegen depressie (antidepressiva) voorgeschreven krijgen.

Hoe gaat het verder na een psychose?

Als de behandeling goed gevolgd wordt, zal de psychose in veel gevallen binnen een paar maanden zijn verdwenen. Bij veel (ex)psychotische mensen bestaat de neiging om dan ook met de medicijnen te stoppen. Dit is onverstandig omdat de psychose vaak nog niet helemaal onder controle is en kort na het stoppen van de medicatie weer kan terugkomen. De kans op terugkeer van psychotische verschijnselen is de eerste tijd na de psychose het grootst.

De behandelaar zal met de familie en met de betrokkene persoon ook het risico van het terugkomen van de psychose, ook op langere termijn, bespreken. De voordelen van een preventieve behandeling met antipsychotica moeten tegen de nadelen worden afgewogen.  Het nadeel van de bijwerkingen van antipsychotica moet worden afgewogen tegen het risico op een tweede psychose, waarvan de gevolgen zowel op sociaal gebied als op het gebied van functioneren vaak ernstiger zijn dan bij een eerste psychose. Over de minimale duur van de behandeling na een eerste psychose bestaat nog geen overeenstemming. In elk geval moet de behandeling met antipsychotica minstens een half jaar tot een jaar nadat de symptomen zijn verdwenen, worden voortgezet.

Wordt in overleg besloten tot het voorzichtig afbouwen van de medicatie, dan moet betrokkene nog geruime tijd, bijvoorbeeld twee jaar, onder controle blijven. Gaat het gedurende deze periode goed met hem en heeft hij geen restverschijnselen, dan kan het verdere beloop gunstig zijn. De betrokkene persoon neemt de draad van zijn leven weer op, maar de psychose zal in zijn herinnering bewaard blijven als een verwarrende periode met zeer intense emoties. Als tijdens de periode van afbouw opnieuw voortekenen van een psychose of zelfs psychotische verschijnselen optreden, dan betekent dit dat de behandeling met antipsychotica langer moet worden doorgezet, soms in een hogere dosering.

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg Tags: psychiatrie, psychose

Wat is Schizofrenie ?

22 januari 2012 door Ger Dierx

Schizofrenie is een ingewikkelde stoornis met vaak ernstige psychische en sociale gevolgen. Schizofrenie komt niet door één enkele oorzaak, maar door vele dingen tegelijk. Het is niet makkelijk schizofrenie vast te stellen: er zijn veel verschijnselen die in allerlei combinaties bij schizofrenie voorkomen.

De vele verschijnselen van schizofrenie zijn te verdelen in vijf groepen.
Iemand heeft schizofrenie als hij minstens 2 van deze verschijnselen heeft, en daarnaast sociaal en in zijn werk niet goed meer functioneert. Soms is 1 van de verschijnselen al genoeg om iemand schizofreen te noemen, als bijvoorbeeld zijn wanen bizar zijn of als hij stemmen hoort.

De verschijnselen worden verdeeld in de volgende vijf groepen.

  • Wanen
  • Hallucinaties
  • Negatieve symptomen (vlak gevoelsleven, gebrek aan energie en motivatie)
  • Onsamenhangend gedrag
  • Ernstig chaotisch gedrag, en lichaamsbewegingen die vreemd overkomen. Dit laatste wordt katatoon gedrag genoemd.

Sommige mensen met schizofrenie vinden zelf dat ze niets mankeren. Dat maakt dat ze geen behandeling willen.

Gaat het over?
Het is niet te zeggen hoe het mensen met schizofrenie vergaat in de toekomst. Bij sommigen gaat het over, anderen herstellen niet of gaan juist verder achteruit. Deze verschillen kunnen zelfs in 1 familie voorkomen.
De kans op herstel is groter bij vrouwen, mensen met een partner, mensen zonder schizofrenie in de familie, mensen met een hoog IQ en die goed functioneerden voor ze de ziekte kregen.
Een eerste heftige periode met (psychotische) verschijnselen begint plotseling en kan zo’n drie maanden duren. Na die eerste periode is er meestal een relatief rustige periode. De psychotische verschijnselen nemen af. Een kwart van de mensen wordt hierna beter, al functioneren zij lang niet altijd goed. De anderen blijven ziek en krijgen een tweede heftige periode met (psychotische) verschijnselen.

Psychose
Iemand met schizofrenie kan in een psychose terechtkomen. Dan heeft hij last van bijvoorbeeld stemmen horen, hallucinaties, onsamenhangend praten, chaotisch gedrag of vreemde lichaamsbewegingen.
Een psychose komt niet alleen voor bij schizofrenie, maar ook bij andere psychische stoornissen voorkomen. Een psychose kan komen door extreem gebruik van alcohol of drugs.

Hoe vaak komt het voor?
Schizofrenie komt niet vaak voor. In Nederland zijn er 60.000 tot 80.000 mensen met schizofrenie. 1 op de 100 mensen krijgt schizofrenie

VERSCHIJNSELEN

Er zijn vijf groepen verschijnselen. De eerste twee groepen van verschijnselen van schizofrenie worden wel de positieve verschijnselen genoemd: wanen en hallucinaties. Deze zijn namelijk duidelijk aanwezig.
De derde groep, de zogenoemde negatieve verschijnselen, geven aan dat er iets mist. Het gaat dan om het minder worden van daadkracht, emoties, spraak en gedachten; een gebrek aan energie en het vlakker worden van gevoel.
De laatste twee groepen van verschijnselen gaan over gestoord denken, praten en doen.

Wanen

Iemand met schizofrenie kan zich iets inbeelden dat niet klopt met de werkelijkheid. Bijvoorbeeld:

  • Hij gelooft dat iemand anders of een hogere macht de baas is over zijn gedachten en gedrag.
  • Hij heeft het idee achtervolgd te worden, of denkt slachtoffer te zijn van allerlei complotten. Hij kan denken dat iemand hem kwaad wil doen of wil doden. Dit heet paranoia of achtervolgingswaan.
  • Hij denkt dat gebeurtenissen of berichten in de media speciaal voor hem bestemd zijn, zoals berichten over het naderend einde van de wereld.
  • Hij denkt dat hij een bijzonder persoon is, een afgezant van God, of iemand met buitengewone gaven.

Hallucinaties

  • Iemand met hallucinaties hoort, ziet, ruikt, voelt dingen die anderen niet horen, zien, ruiken of voelen. Vooral het horen van stemmen en het zien van dingen of personen komen veel voor. Zo’n stem kan bijvoorbeeld commentaar geven, of advies of opdrachten. Wie zo’n stem hoort, geeft soms ook antwoord. Voor de buitenwereld is het dan of hij in zichzelf praat.

Gebrek aan energie en motivatie

  • Iemand met schizofrenie heeft vaak moeite om met iets te beginnen of om dat af te maken. Hij kan niet meer studeren of werken, sociale contacten onderhouden, zich ontspannen of zichzelf goed verzorgen.

Vlakker worden van gevoel

  • Iemand met schizofrenie kan de indruk geven of zelf het idee hebben dat zijn gevoelens veel minder zijn geworden of verdwenen.

Onsamenhangende spraak

  • Iemand met schizofrenie heeft moeite om zijn gedachten op een rijtje te krijgen: in een gesprek springt hij van de hak op de tak of verliest de draad van zijn verhaal. Dan is hij moeilijk te volgen. Dit wordt nog erger als hij ongewone woorden gebruikt. Soms valt hij ook helemaal stil, en is het sowieso moeilijk om met hem te praten.

Chaotisch gedrag en vreemde lichaamsbewegingen

  • Iemand met schizofrenie kan raar overkomen door vreemde gezichtsuitdrukkingen en lichaamsbewegingen: het kunnen grote bewegingen zijn, die ook nog steeds maar weer herhaald worden. Bewegingsdrang wordt dit wel genoemd.

Verder zijn er vaak problemen met het geheugen, concentratie en het doen van ingewikkelde dingen. Ook dit maakt het moeilijker om (weer) te gaan werken, sociale contacten te onderhouden en zelfstandig te wonen.

MISVERSTANDEN

In de loop van de geschiedenis zijn allerlei misverstanden over schizofrenie ontstaan. Ze worden hier rechtgezet.

  • Schizofrenie is niet hetzelfde als gespleten persoonlijkheid.
  • Mensen met schizofrenie gedragen zich niet de hele tijd als gekken: af en toe komen ze wat vreemd over, maar meestal zijn ze redelijk normaal in hun doen en laten.
  • Schizofreen wil niet zeggen: agressief. Sommige mensen met schizofrenie  kunnen gewelddadig zijn, maar de meesten zijn dat niet. Als ze al gewelddadig zijn, dan komt dat doordat zo iemand ook een zware gebruiker van alcohol of drugs is, of in een psychose zit. Van alle gevallen van geweld in Nederland heeft misschien 2 tot 4% te maken met schizofrenie. En dan is er nog geen rekening gehouden met drank of drugs. Dat zou het percentage lager maken waarschijnlijk.

Schizofrenie is niet de schuld van ouders. Het ligt niet aan de opvoeding. Wel kan overbezorgdheid en constante kritiek het herstel belemmeren of zorgen voor een terugval van jongeren die al schizofrenie hebben.

OORZAKEN

Schizofrenie heeft meer dan 1 oorzaak. Het gaat om een samenspel van persoonlijkheid, stress, hersenontwikkeling en hersenprocessen, en dingen in de omgeving. Het is onbekend hoe deze dingen in elkaar grijpen als iemand uiteindelijk schizofrenie krijgt.

Wel zijn extra risico’s bekend. Dat wil zeggen: er is meer risico in onderstaande gevallen. De extra risico’s hebben te maken met geslacht en leeftijd, met individuele kwetsbaarheid, met de omgeving, en met levensgebeurtenissen.

Geslacht en leeftijd

  • Schizofrenie begint vaak in de late puberteit en bij jongvolwassenen. Mannen zijn vaak 3 tot 4 jaar jonger dan vrouwen als het begint.
  • Mannen krijgen het vaker.
  • Bij jonge kinderen is het zeldzaam: niet meer dan 4% van de mensen met schizofrenie krijgt het voor hun 15de jaar.
  • Het aantal ouderen met schizofrenie groeit. 10% van de ouderen met schizofrenie kreeg schizofrenie na hun 45e. Dit komt doordat mensen steeds ouder worden.
  • Deze late schizofrenie komt vaker voor bij vrouwen en gaat dan vooral samen met paranoia: het idee achtervolgd te worden, of denken dat iemand je kwaad wil doen of je wil doden.

Individuele kwetsbaarheid

  • De kwetsbaarheid is voor een flink deel erfelijk bepaald. Schizofrenie in de familie maakt de kans dat een ander familielid het ook krijgt 10 tot 50 keer groter.
  • Uit onderzoeken met eeneiige tweelingen blijkt dat als de ene helft het heeft, de andere helft van de tweeling een kans heeft van 40-50% om het ook te krijgen.
  • Het lijkt erop dat schizofrenie te maken heeft met een gestoorde ontwikkeling van het zenuwstelsel op kinderleeftijd. Of zelfs al voor de geboorte.
  • Een aantal gebeurtenissen bij de geboorte (keizersnede, tangverlossing, laag geboortegewicht, verkeerde resusfactor) zou de kans groter maken op schizofrenie, maar zeker is dit niet.
  • Schizofrenie komt iets vaker voor bij mensen met een geremde persoonlijkheid, of bij mensen die wat angstig en emotioneel in het leven staan, of een gevoelige natuur hebben.
  • Zwaar drinken en roken en het gebruik van drugs komt veel voor bij mensen met schizofrenie. Dit maakt het nog niet tot een oorzaak van schizofrenie. Het is eerder andersom: mensen met schizofrenie gebruiken drank en drugs om hun klachten en lijden te verminderen. Zelfmedicatie heet dit.
  • Het kan wel goed zijn dat heel geregeld gebruik van hasj en wiet een psychose uitlokt. Maar let op: een psychose is niet hetzelfde als schizofrenie.

Omgeving

  • Mensen in de stad hebben meer kans op psychotische verschijnselen, en misschien op schizofrenie.

Levensgebeurtenissen

  • Stressvolle gebeurtenissen als vertrek uit het ouderlijk huis, scheiding, verlies van een dierbare of een baan, het verwachten of het krijgen van een kind kunnen schizofrenie uitlokken. Dit zijn natuurlijk niet voor iedereen vervelende of belastende gebeurtenissen. Maar mensen die gevoelig zijn voor schizofrenie hebben misschien meer moeite met veranderingen.

Dak- en thuisloosheid kan schizofrenie uitlokken. Maar het kan heel goed andersom zijn: de schizofrenie veroorzaakt dak- en thuisloosheid.

DIAGNOSE

Schizofrenie kan niet worden vastgesteld met bijvoorbeeld bloedonderzoek of hersenscans. Het hangt sterk af van de inzichten en de ervaring van de behandelaar.

  • De behandelaar vraagt naar symptomen, zoals die in de lijst met verschijnselen staan, kijkt naar andere gevallen in de familie en andere stoornissen.
  • Hij kijkt naar hoe iemand er aan toe is, vooral of iemand op dat moment een gevaar is voor zichzelf of voor zijn omgeving.
  • Hij kijkt of het niet gaat om verslaving aan drank of drugs.
  • Hij kijkt naar de lichamelijke toestand, en naar bijvoorbeeld medicijngebruik. Medicijnen en sommige lichamelijke aandoeningen kunnen namelijk psychotische verschijnselen geven.

BEHANDELING

Schizofrenie kan niet worden genezen. Dat komt omdat het onbekend is wat de oorzaak is.
Er is behandeling voor de korte termijn. Dan gaat het om medicijnen om psychotische verschijnselen te verminderen; en er is behandeling voor de langere termijn, bijvoorbeeld medicijnen in combinatie met cognitieve gedragstherapie. Dan gaat het meer om het voorkomen van terugkeer van de psychotische verschijnselen, en om het opbouwen van een wat normaler maatschappelijk bestaan.
Elke behandelaar in de geestelijke gezondheidszorg moet werken volgens de Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie.

Medicijnen
In de acute, psychotische fase spelen medicijnen een belangrijke rol in de behandeling van schizofrenie. Deze moeten de psychotische symptomen, de angst en verwarring verminderen. De belangrijkste medicijnen zijn de antipsychotica. Zij gaan de psychotische verschijnselen tegen, zoals wanen en hallucinaties. Ze hebben verder een kalmerende werking. Ze hebben soms een beetje, soms geen duidelijk effect op de negatieve symptomen, zoals lusteloosheid en teruggetrokken gedrag.

Voor de langere termijn helpen antipsychotica een volgende psychose te voorkomen. Daarvoor moeten mensen ze dus langere tijd gebruiken, ook als alle verschijnselen verdwenen zijn. Dit is nog weleens lastig: liefst houden sommigen ermee op omdat de bijwerkingen vervelend zijn en omdat ze zelf niet vinden dat ze een stoornis hebben. Inzicht in de eigen stoornis en zorgen dat mensen hun medicijnen nemen is dan ook vaak deel van de behandeling voor langere termijn. Een andere oplossing is om medicijnen te geven in de vorm van een paar weken werkende injecties. Dit heet depot. De depotmedicijnen hebben een bescheiden effect. Daarom zouden alleen bij uitzondering gebruikt moeten worden.

Soms is het nodig naast een antipsychoticum een middel te gebruiken dat de stemming beïnvloedt, bijvoorbeeld lithium of een antidepressivum. Slaap- en kalmeringsmiddelen worden ook geregeld voorgeschreven. De slaapmiddelen helpen bij het opnieuw vinden van een normaal dag- en nachtritme; kalmeringsmiddelen verminderen angst en onrust.
Soms worden andere medicijnen voorgeschreven om de bijwerkingen van antipsychotica aan te pakken.

Bijwerkingen antipsychotica
De werking van een antipsychoticum is niet meteen merkbaar, meestal pas na een paar weken. Sommige bijwerkingen treden wel meteen na inname op.
Antipsychotica kunnen vervelende bijwerkingen hebben. Niet iedereen heeft er last van, maar sommige bijwerkingen hebben een grote invloed. Veel voorkomende bijwerkingen van antipsychotica zijn:

  • Bewegingsstoornissen (beven, stijf worden, tics, niet stil kunnen zitten)
  • Veel speeksel of juist een droge mond
  • Droge ogen
  • Verminderd reactievermogen
  • Concentratieproblemen
  • Slaperigheid
  • Duizeligheid
  • Slecht dichtbij zien (moeilijk lezen)
  • Onregelmatige menstruatie
  • Minder zin in seks
  • Zwaarder worden

Sommige bijwerkingen treden pas op na langer gebruik van antipsychotica. Het is dus zaak om alert te blijven op bijwerkingen en deze tijdig te bespreken met de behandelaar. Bij langdurig gebruik van antipsychotica kunnen onvrijwillige, spontane bewegingen ontstaan: iemand beweegt zonder het te willen de tong, mond of andere gezichtsspieren. Deze verschijnselen kunnen blijvend zijn na beëindiging van het medicijngebruik, of verdwijnen pas na enkele jaren.

Klassieke en atypische antipsychotica
Er zijn 2 verschillende typen antipsychotica: de klassieke en de atypische. Vooral de klassieke antipsychotica staan bekend om de bewegingsstoornissen die ze kunnen veroorzaken. Het is mogelijk dat iemand gaat beven of stijve spieren krijgt. Soms is er sprake van bewegingsdrang: het is dan onmogelijk een tijd achter elkaar stil te zitten, te liggen of te staan. Aan het begin van de behandeling kunnen onverwachte spierkrampen voorkomen, bijvoorbeeld van de oogleden.

De nieuwere, atypische antipsychotica veroorzaken minder bewegingsstoornissen dan de oudere, klassieke middelen, maar hebben soms weer andere bijwerkingen, zoals meer eetlust, gewichtstoename en moeite met opstaan ’s ochtends.
De werking is van persoon tot persoon anders.
Heeft iemand veel last van bijwerkingen, dan is het aan te raden een ander medicijn te proberen.

Psychologische en andere behandelingen
Schizofrenie kan niet worden genezen. Dat komt omdat het onbekend is wat de oorzaak is.
Psychologische behandelingen kunnen behandeling met medicijnen niet vervangen. Ze zijn meer een aanvulling, en geven aandacht aan ziekte-inzicht: mensen met schizofrenie hebben zelf vaak niet het idee dat ze ziek zijn, en stoppen met medicijnen of andere als het weer iets beter gaat. Maar dan lopen ze het risico weer verschijnselen van schizofrenie te krijgen, of psychotisch te worden.
Het doorgaan met de behandeling wordt therapietrouw genoemd. Veel andere behandelingen willen die therapietrouw groter maken.
Voor een succesvolle behandeling is een goede, intensieve samenwerking nodig tussen de mensen met schizofrenie, hun familie, de behandelaars en andere begeleiders. Veel van de psychologische en andere behandelingen streven dit na.

Psycho-educatie
Bij psycho-educatie krijgen mensen iemand met schizofrenie en hun omgeving uitvoerige informatie over de stoornis, de gevolgen, medicijnen en hun bijwerkingen, welke stappen er genomen worden in de behandeling, en welke keuzes gemaakt kunnen worden.
Het gaat ook om het leren ontdekken van voortekenen: wat gebeurt er vóór een terugval? Als mensen dat leren, dan kunnen ze er eerder iets aan doen.
Meestal bestaat psycho-educatie uit ongeveer 10 bijeenkomsten.

Familie
Voor mensen met schizofrenie is het goed dat familieleden betrokken blijven. Door familie erbij te betrekken kan er een goed advies gegeven worden over hoe iemand het best kan worden opgevangen. Als familie en patiënt elkaar beter begrijpen, geeft dat minder spanning.

Gezinstherapie of systeemtherapie
Soms is het goed dat ook familieleden behandeld worden. Dat kan onderlinge spanning en kritiek verminderen.

Cognitieve gedragstherapie
Samen met de behandelaar wordt gekeken naar de manier van denken en het gedrag. Daarna gaan patiënten dat veranderen. Deze behandeling zorgt ervoor dat iemand niet stopt met de behandeling (de zogenoemde therapietrouw); deze behandeling helpt te herstellen na een acute periode en helpt een beetje om terugval te voorkomen.

Trainingen
Daarnaast zijn er nog trainingen om het geheugen, de aandacht, en de sociale vaardigheden te verbeteren.

ANDERE ZORG

Hier gaat het om methoden van revalidatie en begeleiding mensen met schizofrenie:

  • Dagbesteding
  • Individuele rehabilitatie
  • Leren zelfstandig te leven
  • Supported employment
  • Casemanagement
  • Hulpverleningsteams in wijken

Assertive community treatment
Van supported employment en assertive community treatment is aangetoond dat het werkt; van de wijkhulpverleningsteams is de werking enigszins aangetoond. Van de andere methoden is niet aangetoond dat het werkt.

ADVIEZEN CLIENT

Adviezen voor de cliënt zijn lastig te geven. Kenmerk van schizofrenie is dat mensen zelf nogal eens vinden dat ze niets mankeren. Voor de mensen met schizofrenie die er wat aan willen doen, de volgende adviezen.

  • Zorg dat u genoeg weet over schizofrenie. Zorg er ook voor dat mensen die voor u belangrijk zijn, er genoeg over weten. De sites schizofrenieplein.nl en psychoseplein.nl geven veel informatie.
  • Soms is er verschil tussen welke behandeling uw behandelaar wil en wat u zelf wil. Overleg hierover met hem.
  • U moet weliswaar zelf uw schizofrenie aanpakken, maar vrienden, familie en hulpverleners kunnen u daar goed bij helpen. Vereniging Anoiksis organiseert lotgenotencontact voor mensen met schizofrenie.
  • Bespreek met de behandelaar en mensen uit uw omgeving bij wie u terecht kunt voor hulp, ook ’s avonds en in het weekend.
  • Zoek samen met de behandelaar, familie en vrienden uit wat er voorafgaat aan terugkeer van de stoornis. Schrijf de mogelijke voortekenen op en ga regelmatig na of ze zich voordoen. Vereniging Anoiksis heeft een lijst met voorboden op hun site staan.
  • Neem de tijd om met uw behandelaar, familie en vrienden uit te zoeken hoe om te gaan met schizofrenie. Neem de tijd om uit te vinden of, en welk werk haalbaar is, bijvoorbeeld parttime of fulltime, betaald of vrijwillig. Neem niet te veel hooi op uw vork.
  • Veel mensen schrikken van iemand met psychische klachten en reageren afwijzend. Bepaal daarom zelf wat u wel en niet vertelt en aan wie. Vertel oppervlakkige kennissen een beperkte versie en reserveer het complete verhaal voor mensen die dichtbij staan.

ADVIEZEN FAMILIELEDEN/BETROKKENEN

Een familielid met schizofrenie is een zware belasting voor de omgeving. Schizofrenie is een ernstige aandoening met veel gevolgen voor patiënt en omgeving. Familieleden moeten de al dan niet tijdelijke veranderingen in de persoonlijkheid en gedrag van hun familielid accepteren. Tegelijkertijd is het goed als zij hun familielid blijven bijstaan omdat dit gunstig is voor het herstel en terugval kan voorkomen.
Er is al lange tijd een organisatie actief, speciaal voor familieleden: Ypsilon. Ze geven informatie, adviezen, organiseren lotgenotencontact, en behartigen de belangen van familie en patiënten.
Kijk voor adviezen ook op schizofrenieplein.nl, onder het kopje: Wat kan ik doen?

  • Zorg dat u genoeg weet over schizofrenie en de mogelijke gevolgen.
  • De problemen en het bijbehorende gedrag komen voort uit de stoornis. Dat heeft dus zelden met u als familielid of huisgenoot te maken.
  • Vraag waar u iemand wel en niet bij kunt helpen. Soms moet u betrokken zijn, soms is het goed om juist afstand te nemen.
  • Ook al heeft iemand in uw omgeving schizofrenie, dat betekent niet dat u maar alles moet accepteren. Bespreek met de persoon in kwestie waar uw grenzen liggen. Neem niet alles over.
  • Gebruik uw energie om actief aan de slag te gaan en te leren omgaan met de situatie. Bijvoorbeeld door samen met uw familielid een cursus/psycho-educatie over schizofrenie te volgen.
  • Doe uw eigen dingen, en doe de dingen die plezier en ontspanning geven. Dit voorkomt dat u zelf overbelast raakt.
  • Zorg ervoor dat u zelf uw hart kunt luchten bij enkele mensen in uw omgeving. Houd ook contact met mensen buiten het gezin.
  • Zoek mensen in vergelijkbare situaties, bijvoorbeeld via Ypsilon of stichting Labyrint/In Perspectief.

Behandelaars moeten de partner en naaste familie betrekken bij de behandeling. Direct betrokkenen kunnen immers veel bijdragen aan een succesvolle behandeling, maar daarvoor is uitleg en begeleiding van de behandelaar nodig.
Het kan wel zijn dat uw familielid weigert dat u betrokken wordt bij de behandeling.

  • Vraag de behandelaar hoe u als familie het beste kunt omgaan met de stoornis van uw partner of familielid.
  • Veel instellingen voor geestelijke gezondheidszorg organiseren voorlichtingsbijeenkomsten of cursussen voor familieleden. Vraag er naar.

Het komt voor dat iemand geen hulp accepteert of bijvoorbeeld weigert medicijnen te gebruiken. Dat leidt voor familieleden tot dilemma’s en lastige situaties. Informeer bij Ypsilon of stichting Labyrint/In Perspectief welke oplossingen er zijn of hoe u kunt omgaan met de situatie.

MEER INFORMATIE

  • De huisarts kan meer informatie geven over schizofrenie en eventueel doorverwijzen.
  • Informatieve sites zijn schizofrenieplein.nl, psychoseplein.nl
  • Voor patiënten is er de vereniging Anoiksis.
  • Voor familieleden is er de vereniging Ypsilon en Labyrint~In Perspectief
  • Trimbos-instituut geeft links voor meer sites op het gebied van geestelijke gezondheidszorg.

Elke behandelaar in de geestelijke gezondheidszorg moet werken volgens de Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie. De Richtlijn is gemaakt voor professionals, evenals de samenvatting.
Andere producten over schizofrenie? Ga naar www.trimbos.nl/producten, en zoek op schizofrenie.

Bron: www.trimbos.nl 

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg Tags: psychiatrie, schizofrenie

Ik en eenzaamheid

6 oktober 2011 door Ger Dierx

Wat is eenzaamheid eigenlijk? Zijn er verschillende soorten eenzaamheid? Wat zijn de symptomen van eenzaamheid? Wat zijn oorzaken van eenzaamheid? Hoe weet je of je eenzaam bent? En kan je zelf echt wat doen aan eenzaamheid?

 Om achter deze antwoorden te komen, moet je bij jezelf te rade gaan of moet je ernaar vragen. Het gaat over het innerlijk van een individu, zijn karaktertrekken. Die kan je niet aan de buitenkant zien. In de rubriek ‘Ik en Eenzaamheid’ gaat het hierover. [Lees meer…]

Categorie: Chronische ziekten, Geestelijke Gezondheidszorg, Ouderenzorg, Vrijwilligerswerk Tags: buddyzorg, chronische ziekte, ouderenzorg

De symptomen van een depressie

6 oktober 2011 door Ger Dierx

Depressiviteit uit zich in vele vervelende symptomen. De gevolgen van een depressiehebben betrekking tot het gevoel en het denken, maar depressiviteit kan zich ook in lichamelijk ongemak uiten. De symptomen kunnen vele vormen aannemen, maar zijn ruwweg als volgt onder te verdelen:

  • Depressieve stemming

Het meest voor de hand liggende symptoom, en een van de weinige die bij iedere depressie voor komt, is een continue sombere stemming. Gevoelens van pessimisme en verdriet hebben voor lange tijd de overhand.

  • Zinloosheid

Depressiviteit gaat ook vaak gepaard met een gevoel van zinloosheid. Alles in het leven lijkt doelloos, niets is de moeite waard. Dit kan een grote onverschilligheid tot gevolg hebben.

  • Lichtgeraaktheid

Een depressief persoon is vaak in hogere mate lichtgeraakt dan gewoonlijk. Alles kan tijdens een depressie irriteren, maar men heeft zelf meestal niet door sneller dan normaal boos of geërgerd te reageren.

  • Negatief zelfbeeld

Een depressie gaat vaak gepaard met negatieve gedachten over het eigen functioneren en zijn. Men kan zichzelf op vele vlakken gaan zien als mislukking en als onbekwaam. Ook komen gevoelens van waardeloosheid voor.

  • Onzekerheid

De zelfverzekerdheid van een depressief persoon kan behoorlijk dalen, deels als gevolg van de andere symptomen. Dit gevoel van onzekerheid heeft onder andere weer invloed op de assertiviteit van het persoon.

  • Angst

Een depressie kan ook een vergrootte vatbaarheid voor angst met zich mee brengen. Men kan last krijgen van irrationele angsten, die zich zelfs tot fobie kunnen ontwikkelen. Zo kan bijvoorbeeld agorafobie, ook wel pleinvrees genoemd, voorkomen.

  • Slaap problemen

Veel mensen hebben tijdens een depressie last van een onrustige slaap. Men heeft moeite met inslapen en wordt om de paar uur wakker. Er kan ook sprake zijn van totale slapeloosheid.

  • Vlakheid

Ook kan een depressie juist zorgen voor een gevoel van vlakheid. Alle positieve, maar ook negatieve emoties worden dan afgevlakt. Zelf voor geliefden kan soms geen gevoel meer worden opgebracht.

  • Spanning en nerveusiteit

Iemand die aan een depressie lijdt, voelt zich vaak constant nerveus en gespannen. Deze voortdurende spanning kan andere lichamelijke klachten tot gevolg hebben zoals een verkramping van de maag, hoofdpijn of een verhoogde hartslag.

  • Vermoeidheid

Depressies leiden vaak tot een aanhoudende vermoeidheid. Direct na het wakker worden is men al moe en lusteloos, en er is nauwelijks genoeg energie voor de dagelijkse bezigheden.

  • Eetproblemen

Vaak ervaren mensen met een depressie een verminderde eetlust. Het eten smaakt niet meer, of maakt zelfs misselijk. Vaak valt men tijdens een depressie dan een kilo’s af. Het omgekeerde komt echter ook voor: mensen die een gevoel van troost ervaren door het eten, hopen zich door veel te eten beter te voelen.

  • Zelfverwaarlozing

Als gevolg van het gevoel van zinloosheid en onverschilligheid, kan een depressie mensen aanzetten zichzelf te verwaarlozen. Men maakt zich minder zorgen om een eventueel onverzorgd uiterlijk.

  • Concentratieproblemen

Depressiviteit zorgt bijna altijd voor problemen met concentreren. Men heeft moeite de aandachtig en gefocussed te blijven, en kan last ondervinden van overmatig dagdromen.

  • Piekeren

Een depressie gaat vaak gepaard met eindeloos gepieker. Als het piekeren een gewoonte wordt, kan er sprake zijn van een piekerstoornis. Dit kan grote gevolgen hebben, waaronder lichamelijke klachten, angstgevoelens, en inactiviteit.

  • Schuldgevoelens

Depressieve mensen kampen vaak met schuldgevoelens. Men heeft het idee overal in te falen, en alles te verpesten. Deze schuldgevoelens zijn over het algemeen irreëel of veel te sterk.

  • Minder behoefte aan seks

Onder andere als gevolg van de vermoeidheid, de spanningen en een negatief zelfbeeld onderdrukt depressiviteit vaak lustgevoelens.

  • Andere lichamelijke klachten

Naast de vermoeidheid, komen er tijdens een depressie ook vaak pijn klachten voor. Bekendst is daarvan hoofdpijn, maar de pijn kan in feite overal in gaan zitten. Naast klachten als een droge mond en buikpijn zijn er talloze pijnklachten die geschaard worden onder de ‘onbegrepen pijnklachten’.

  • Denken aan de dood

Het komt vaak voor dat depressieve mensen denken aan de dood. Dit wil niet direct zeggen dat iedereen die depressief is zelfmoord serieus overweegt. Meestal is er toch nog een drang om te leven, en is zelfs het serieus overwegen van zelfdoding al een te hoge drempel. Toch komt zelfmoord relatief vaak voor. [Lees meer…]

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg Tags: buddyzorg, psychiatrie

  • « Vorige
  • 1
  • …
  • 23
  • 24
  • 25

Tags

ADHD agressie aids Andries Braat angst begeleiding bejegening bipolair Braat buddyzorg chronische ziekte cronische ziekte dementie depressie familie geweld hiv hiv en aids homo homoseksualiteit informatie jongeren manie opvang ouderenzorg persoonlijkheidsstoornis presentie presentiebenadering presentietheorie preventie psychiatrie religie rouw rouwverwerking scholen seksualiteit soa stemmingsstoornis suicide suicidepoging verdriet verlies verpleegkunde voorlichting zorg

Buddyzorg Limburg

Positieve Gezondheid

Overzicht 6 dimensies van Positieve Gezondheid met bijbehorende vragen   Lichaamsfuncties (hoe gaat het lichamelijk met u?) Ik voel mij gezondIk voel mij fit Ik heb geen klachten en pijnIk slaap goedIk eet goedIk herstel snel … [Lees meer ...]

Meer Buddyzorg Limburg

Chronische ziekten

ik en eenzaamheid

Wat is eenzaamheid eigenlijk?  Zijn er verschillende soorten eenzaamheid? Wat zijn de symptomen van eenzaamheid? Wat zijn oorzaken van eenzaamheid? Hoe weet je of je eenzaam bent? En kan je zelf echt wat doen aan eenzaamheid? Om achter … [Lees meer ...]

Meer chronische ziekten

HIV en AIDS

Meer HIV en AIDS

Homoseksualiteit

homo zijn doet pijn

… [Lees meer ...]

Meer homoseksualiteit

Ouderenzorg

Voor je familie zorgen dat is gewoon zo…..

Voor je familie zorgen? Dat is gewoon zo Mantelzorg bij allochtonen. Mantelzorg bij Antillianen, Surinamers, Marokkanen en Turken in Nederland. bron: Purmerend, Juni 2007Dit is een uitgave van PRIMO Noord-HollandAuteursIbrahim Yerden, senior … [Lees meer ...]

Meer ouderenzorg

Psychiatrische verpleegkunde

Waarom Obesitas in de GGZ behandeld moet worden

… [Lees meer ...]

Meer psychiatrische verpleegkunde

Copyright © 2025 · Ger Dierx

Copyright © 2025 · Ger Dierx op Genesis Framework · WordPress