Ger Dierx

mijn eigen archief

Noodkist
  • Home
  • Geestelijke Gezondheidszorg
  • Chronische ziekten
  • Vrijwilligerswerk
  • Ouderenzorg
  • Seksualiteit
  • Presentaties

Borderline Persoonlijkheidsstoornis

12 februari 2012 door Ger Dierx

INLEIDING

De term ‘borderline syndroom’ of ‘borderline persoonlijkheidsstoornis’ is een verzamelnaam voor verschillende psychiatrische ziektebeelden. ‘Borderline’ betekent ‘grens’. Vroeger zag men de borderline persoonlijkheidsstoornis namelijk als een ziektebeeld op de grens van een neurose en een psychose. Bij een neurose staan onder meer dwanghandelingen en angsten op de voorgrond; een psychose gaat samen met wanen en hallucinaties.

Deze symptomen komen ook voor bij de borderline stoornis, maar deze wordt tegenwoordig als een aparte aandoening beschouwd. De typering als ‘grensgeval’ doet geen recht aan de complexiteit en eigenschappen van deze stoornis.

WAT IS EEN BORDERLINE PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS?

Een borderline persoonlijkheidsstoornis is een psychiatrische aandoening die verschillende vormen kan aannemen en ook verschillende gradaties in ernst. De diagnose kan alleen door een psychiater met zekerheid gesteld worden. Schattingen lopen uiteen van ca. 150.000 tot 200.000 Nederlanders.

Een opvallend grote meerderheid van de patiënten is vrouw, vermoedelijk ook omdat zij vaker slachtoffer worden van seksueel misbruik wat een medeveroorzaker kan zijn van de stoornis. Bij mannen wordt de diagnose vaak niet gesteld omdat deze zich bij hen niet uit in agressie die zich naar binnen richt (zelfverwonding, eetstoornissen) maar agressie naar buiten toe. Mannen met borderline stoornissen komen dan ook vaker in de criminaliteit terecht.

De stoornis openbaart zich meestal in de adolescentie (17 – 25 jaar) maar kenmerken kunnen ook bij kinderen in een bepaalde vorm al voorkomen. Omdat kinderen nog niet ‘uitontwikkeld’ zijn stelt men de diagnose niet vaak gedurende de kindertijd, maar wel later, als het jonge volwassenen zijn.

Ook is het ziektebeeld bij kinderen en bij adolescenten verschillend. Kinderen met borderline symptomen hebben vaak meer angsten en neurosen tegelijkertijd (in tegenstelling tot neurotische kinderen). Als borderline-kinderen de adolescentie bereiken, hebben zij vaak gedragsproblemen die om een andere diagnose vragen.

OORZAKEN

Hoewel de borderline diagnose veel vaker gesteld wordt dan enige tijd geleden, is over de oorzaak van de aandoening nog niet zo veel bekend. Meestal gaat het om een combinatie van factoren: een aanleg voor impulsiviteit en stemmingswisselingen in combinatie met een heden of verleden waarin zich ingrijpende psychologische en/of maatschappelijke problemen hebben voorgedaan, vaak op zeer jonge leeftijd.

Het kenmerkende impulsieve gedrag van patiënten is iets wat waarschijnlijk al voor een deel bij de geboorte is bepaald. De oorzaak hiervoor zou kunnen zijn dat de prikkeloverdracht in de hersenen verstoord is; een stoornis in de serotoninehuishouding, die ook wordt verdacht iets met anorexia en bulimia te maken te hebben.

Veel mensen met borderline hebben een verleden waarin zich traumatische gebeurtenissen hebben voorgedaan, zoals het opgroeien in een instabiele gezinssituatie, emotionele verwaarlozing, agressie, seksueel misbruik. Dit bemoeilijkt nadien het kunnen aangaan van (langdurige) relaties. Hoewel de patiënt juist sterk behoefte heeft aan goed contact met anderen, is zij of hij erg bang om gekwetst te worden of in de steek te worden gelaten. Door de hooggespannen verwachtingen, gebeurt dit ook vaak.

Andere oorzaken zijn mogelijk het wegvallen van maatschappelijke zekerheden (familie-, buurt- en kerkleven bijvoorbeeld). Dit vergroot de eenzaamheid van de patiënt, die op zichzelf teruggeworpen raakt en zich minder veilig voelt, net als wanneer een relatie teleurstellend afloopt.

VERSCHIJNSELEN

De ziekte kan zich in verschillende vormen manifesteren, die vaak moeilijk te vergelijken zijn. Juist omdat de stoornis zoveel verschillende vormen kent om zich te manifesteren, is het voor hulpverleners en betrokkenen een ingewikkelde aandoening.

Als men een aantal van onderstaande kenmerken heeft, kan worden gedacht aan een borderline stoornis:

  • identiteitsproblemen: patiënten hebben problemen met hun identiteit, vaak ook seksueel. Ze zijn vaak onzeker en verdragen kritiek slecht. Ze weten niet goed wat ze met hun leven aan moeten en hebben een ‘leeg gevoel’ van binnen. Ze hebben moeite om alleen te zijn en voelen zich snel eenzaam en in de steek gelaten.
  • stemmingswisselingen: de stemming kan sterk en snel wisselen, soms na voor buitenstaanders triviale gebeurtenissen. De patiënt reageert (in de ogen van anderen) overgevoelig en/of hevig. Ze kunnen heel boos of driftig worden en hebben deze gevoelens vaak slecht onder controle.
  • in uitersten denken: mensen en situaties zijn helemaal goed of helemaal fout. Tussenwegen bestaan niet, dus als iemand niet aan de hooggespannen verwachtingen voldoet, kan de mening van de patiënt zeer sterk omslaan. Dit kan problemen geven op het werk en in relaties. Ze hebben de neiging om bepaalde mensen erg over te waarderen en anderen juist volledig te vernederen.
  • impulsiviteit: mensen met een borderline stoornis nemen beslissingen zonder er eerst goed over na te denken. Dit kan zich ook uiten in eetstoornissen, wisselende seksuele relaties, geldverkwisting en alcohol- of drugsmisbruik, en suïcidepogingen.
  • geestelijke spanningen: de spanningen kunnen ontladen in automutilatie (opzettelijke zelfverwonding) bijvoorbeeld krassen in de onderarmen en gedachten aan of pogingen tot zelfmoord.
  • psychotische symptomen: psychische verwardheid met wanen en/of hallucinaties, het horen van stemmen. Ze zijn bijvoorbeeld overmatig achterdochtig en ervaren de wereld om hen heen als onwerkelijk. Meestal duren deze verschijnselen slechts enkele uren maar zijn voor de patiënt erg beangstigend. Ze treden vaak op in periodes van stress.

VERSCHIJNSELEN BIJ KINDEREN

Kinderen met een borderline persoonlijkheidsstoornis hebben meestal vijf van de volgende verschijnselen:

  • overmatige afhankelijkheid van de ouders, terwijl relaties met leeftijdgenoten zich niet of nauwelijks ontwikkelen.
  • moeite realiteit en fantasie uit elkaar te houden.
  • niet te hanteren woede- en driftaanvallen zonder duidelijke aanleiding.
  • bijzondere prestaties op een klein gebied (het kind kent bijvoorbeeld het spoorboekje uit zijn hoofd of kan heel erg goed tekenen), terwijl het kind op andere gebieden een achterstand heeft ten opzichte van leeftijdgenoten.
  • verschillende angsten tegelijkertijd (in aanvallen of chronisch).
  • meerdere neurosen (dwanggedachten, dwanghandelingen, fobieën, enzovoort).

De behandeling van kinderen bij wie borderline gediagnosticeerd wordt, is vaak langdurig.

BEHANDELING

Voor een behandeling van mensen met een borderline stoornis bestaan verschillende mogelijkheden: volledige opname in een psychiatrisch ziekenhuis of afdeling, als ook ambulante behandeling (geen opname maar behandeling overdag). De gewenste behandeling verschilt per patiënt.

Bij opname in het ziekenhuis kunnen de symptomen verergeren. Automutilatie (zelfverwonding) kan dan beginnen op te treden of kan toenemen. Vooral bij ernstige depressiviteit of ernstige suïcidale neigingen is opname in het ziekenhuis gewenst. Veel borderliners dreigen met zelfdoding en voeren dit niet uit, maar het is wel zaak om dit zeer serieus te nemen. Hoewel patiënten vaak dreigen met zelfdoding en het vervolgens niet doen, verdient dit wel veel aandacht. Het percentage borderliners dat zelfmoord pleegt, is wel geschat op 9%.

De behandeling bestaat afhankelijk van de plaats en intensiteit van behandeling vaak uit gesprekstherapie en medicijnen. Gesprekstherapie is een langdurig proces. De relatie patiënt-hulpverlener kan ingewikkeld zijn (vertrouwen versus angst) en de patiënt vindt het vaak moeilijk de behandeling af te maken. In de gesprekstherapie ligt nadruk op verlatingsangst, gebrek aan zelfvertrouwen, relatieproblemen. Doel is de patiënt (en eventueel de partner) te leren hiermee om te gaan.

De medicijnen die onderdeel van de behandeling kunnen zijn, zijn vaak antidepressiva, antipsychotica, stemmingsregulerende middelen, en/of kalmeringsmiddelen. De middelen worden voorgeschreven afhankelijk van de ernst en aard van de borderline stoornis. Voorzichtigheid is geboden vanwege een verslavingsgevaar en de kans om andere symptomen te verergeren.

Behandeling van de stoornis kan moeilijk zijn en kent een uiterst grillig verloop met veel ups en downs. Tijdens de langdurige behandeling kunnen zich ernstige crises voordoen, niet zelden gepaard gaand met een zelfmoordpoging. Maar vanaf het dertigste of veertigste levensjaar gaat het met ruim de helft van de patiënten veel beter. Men spreekt dan vaak niet meer over een stoornis, alleen van een kwetsbaarheid. Alsof de stoornis is ‘uitgedoofd’.

AANBEVELINGEN VOOR FAMILIE EN VRIENDEN

Zowel patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis als mensen in hun omgeving kunnen leren om te gaan met deze aandoening. Voor familie en vrienden is de omgang soms moeilijk. De patiënt vraagt continu om aandacht en om erkenning van de problemen. Hen wordt aanbevolen de patiënt serieus te nemen. Het is een ernstige stoornis. Hoewel familie niet kan behandelen, kan een familielid of vriend op gepaste afstand troost bieden en een goede steun zijn voor de patiënt.

Help de patiënt om professionele hulp te zoeken. Hulpverleners kunnen ook met familie praten om hen te helpen hoe zij met de patiënt om kunnen gaan. Dit wordt zeker aanbevolen als de gezinssituatie verstoord is, dan is relatie- of gezinstherapie nodig. Respecteer elkaars beperkingen en praat open en eerlijk met elkaar. Help om een goede omgeving voor de patiënt te handhaven: stabiliteit in werk, relaties en behandeling is essentieel voor een verbetering. In een stabiele omgeving hebben patiënten goede vooruitzichten. Pas wel op de eigen grenzen en neem niet de verantwoordelijkheden van de patiënt over.

INFORMATIE

Bij de Cliëntenbond GGZ delen mensen hun ervaringen op het gebied van de geestelijke gezondheidzorg. Op het telefonisch spreekuur kan iedereen terecht voor informatie of om gewoon met iemand te praten.

Cliëntenbond in de GGZ, Utrecht

Categorie: Geestelijke Gezondheidszorg Tags: bejegening, buddyzorg, persoonlijkheidsstoornis, psychiatrie, verpleegkunde

Tags

ADHD agressie aids Andries Braat angst begeleiding bejegening bipolair Braat buddyzorg chronische ziekte cronische ziekte dementie depressie familie geweld hiv hiv en aids homo homoseksualiteit informatie jongeren manie opvang ouderenzorg persoonlijkheidsstoornis presentie presentiebenadering presentietheorie preventie psychiatrie religie rouw rouwverwerking scholen seksualiteit soa stemmingsstoornis suicide suicidepoging verdriet verlies verpleegkunde voorlichting zorg

Buddyzorg Limburg

Positieve Gezondheid

Overzicht 6 dimensies van Positieve Gezondheid met bijbehorende vragen   Lichaamsfuncties (hoe gaat het lichamelijk met u?) Ik voel mij gezondIk voel mij fit Ik heb geen klachten en pijnIk slaap goedIk eet goedIk herstel snel … [Lees meer ...]

Meer Buddyzorg Limburg

Chronische ziekten

ik en eenzaamheid

Wat is eenzaamheid eigenlijk?  Zijn er verschillende soorten eenzaamheid? Wat zijn de symptomen van eenzaamheid? Wat zijn oorzaken van eenzaamheid? Hoe weet je of je eenzaam bent? En kan je zelf echt wat doen aan eenzaamheid? Om achter … [Lees meer ...]

Meer chronische ziekten

HIV en AIDS

Meer HIV en AIDS

Homoseksualiteit

homo zijn doet pijn

… [Lees meer ...]

Meer homoseksualiteit

Ouderenzorg

Voor je familie zorgen dat is gewoon zo…..

Voor je familie zorgen? Dat is gewoon zo Mantelzorg bij allochtonen. Mantelzorg bij Antillianen, Surinamers, Marokkanen en Turken in Nederland. bron: Purmerend, Juni 2007Dit is een uitgave van PRIMO Noord-HollandAuteursIbrahim Yerden, senior … [Lees meer ...]

Meer ouderenzorg

Psychiatrische verpleegkunde

Waarom Obesitas in de GGZ behandeld moet worden

… [Lees meer ...]

Meer psychiatrische verpleegkunde

Copyright © 2025 · Ger Dierx

Copyright © 2025 · Ger Dierx op Genesis Framework · WordPress